Crowcon Gasmaster
0 mA duidt op een storing (contact verbroken of
kortsluiting). Een signaal van 2 mA duidt aan dat
het kanaal is geblokkeerd.
MV-brugsensorkanalen: afhankelijk van het
0-95%LEL ingangssignaal stijgt de uitgang van
4mA tot 19,2 mA. Indien pellistorbeveiliging is
aangezet, gaat het kanaal bij een gasconcentratie
van 95%LEL (deze waarde is verstelbaar) over op
pellistorbeveiliging (zie paragraaf 3.9); het kanaal
gaat over op fout en het analoge uitgangssignaal
wordt ingesteld op 0 mA.
Indien 'pellistorbeveiliging' is uitgezet, stijgt de
analoge uitgang maximaal tot 25,8 mA; de %LEL
indicatie hangt af van de versterkingsfactor die is
ingesteld voor de sensor.
SCR
0V
Link: 1-5V
SIG
No Link: 4-20mA
SCR
0V
Link: 1-5V
SIG
No Link: 4-20mA
SCR
0V
Link: 1-5V
SIG
No Link: 4-20mA
SCR
0V
Link: 1-5V
SIG
No Link: 4-20mA
Figuur 2.18
Gasmaster-aansluitingen van de analoge
uitgangen
2.9.5. RS-485 communicatie
De Gasmaster kan alarm-en systeeminformatie
doorgeven aan PLC/DCS/SCADA-systemen via
een tweedraadsverbinding met gebruik van het
Modbus RTU-protocol (9600 baud, 8 data- bits,
geen pariteit, 1 of 2 stopbits). U kunt tot 16
Gasmaster-systemen 'parallel' aansluiten op één
enkele tweedraadsverbinding met een maximale
kabellengte van 1 km, maar gebruik bij voorkeur
kabel met een in elkaar gedraaid aderpaar. Sluit
bij enkele Gasmaster-systemen die via de RS-485
verbinding communiceren de RS485 TERM-
contacten kort, om de afsluitweerstand in te
schakelen. Laat bij parallelle systemen alle RS485
TERM-contacten open, behalve die van de laatste
Gasmaster in de lijn.
Op aanvraag kan Crowcon u een document met
de Modbus-specificaties leveren.
RS-485 aansluitingen van Gasmaster-systemen die
zijn besteld met de als optie verkrijgbare lokale
communicatieconnector dienen om de draden van
de connector aan te sluiten. Verwijder deze draden
als u de seriële RS-485 verbinding wilt gebruiken
om met een systeem op afstand te communiceren.
485A
485B
SCR
Figuur 2.19
RS-485 aansluitingen van de Gasmaster
2.10
Stroomvoorziening
inschakelen
Zorg dat u vóór het inschakelen de regel-
en uitschakelsystemen blokkeert waar de
Gasmaster op is aangesloten.
Installeer eerst alle sensorkabels, en sluit dan
de batterijen aan volgens het schema dat op de
chassisplaat is bevestigd. (Zie hoofdstuk 4.4.) De
Gasmaster kan pas worden ingeschakeld als er
een externe stroomvoorziening is aangesloten.
Schakel
de
externe
stroomvoorziening in. Na het inschakelen blijven
de uitgangen enige tijd geblokkeerd, en voert
het systeem een opstartprocedure uit waarbij de
alarmindicatoren en de interne sirene worden
getest. Als er na enige tijd storingen worden
aangegeven,
controleer
sensoraansluitingen of raadpleeg "Storingenmenu
(overzicht van actuele storingen in het systeem)"
op pagina 24.
Als de stroomtoevoer is ingeschakeld licht de
groene Aan/Uit-LED op en knippert hij elke 5
seconden om aan te geven dat het systeem werkt.
Als de externe stroomvoorziening wegvalt,
werkt de Gasmaster door op zijn ingebouwde
batterijen en knippert de Aan/Uit-LED elke
seconde. Afhankelijk van zijn configuratie geeft
de Gasmaster een waarschuwing (waarschuwing-
LED licht op en de sirene piept elke 5 seconden)
of een storingsmelding (de storing- LED licht op,
de sirene klinkt en het storingsrelais schakelt om).
De Gasmaster moet nu alle bewaakte kanalen
tonen. Laat de sensoren een stabiele toestand
bereiken voordat u ze kalibreert. Zie de
sensorhandleidingen van de detectoren voor de
aanbevolen stabilisatietijden.
Let op: uw Gasmaster wordt voorgeprogrammeerd
geleverd, zie het meegeleverde specificatie- en
Installatie
LK2
RS485
TERM
AC
of
24
V
DC
dan
nogmaals
13
de