F8 →
Oorzaak:
Ontsteking geeft vonk, maar er ontstaat geen vlam.
Herstelactie:
Controleer of alle gaskleppen in de toevoerleiding volledig open staan.
Controleer of er geen lucht in de gastoevoer aanwezig is (opstarten nieuwe installaties).
Controleer of de gasklep opent. Als de gasklep een voedingssignaal heeft, maar niet
opent, dient de gasklep vervangen te worden.
Controleer of de gasklep opent. Als de gasklep geen voedingssignaal heeft, dienen de
bedrading en de aansluitingen naar de gasklep te worden gecontroleerd.
Controleer of de gasklepafstelling correct is en pas deze eventueel aan.
Controleer of de gasdruk voldoende en juist is.
Controleer of de luchttoevoer open is en niet geblokkeerd.
Oorzaak:
Vlam, maar te weinig ionisatie om de vlam te handhaven.
Herstelactie:
Controleer de ontsteker/ontstekingselektrode en vervang/reinig zo nodig.
Controleer de staat van de keramische isolatie.
Controleer de afstand tussen de elektrodepennen en de brander.
Controleer de staat van de ontstekingskabel/ionisatiekabel en vervang deze zo nodig.
Controleer de staat van de elektrode aardingskabel en vervang deze zo nodig.
Controleer de aarding van het toestel.
Controleer de elektrische voeding. Voltage dient 230 Vac nominaal te zijn.
Controleer de staat van de elektrodedop en vervang deze zo nodig.
Display mededeling
V l
a m w e g v a
l
F9
p o m p 1
a a n
9 9 9
,
5
u u
r
Reden
Vlamsignaal valt weg tijdens bedrijf.
Oorzaak:
Slechte gasvoordruk.
Herstelactie:
Denk erom: de gasvoordruk dient gedurende alle omstandigheden gehaald te worden.
Controleer of alle gaskleppen in de toevoerleiding volledig open zijn.
Controleer of de vuilfilters van het gasblok schoon zijn.
Controleer of de externe vuilfilter in de gastoevoerleiding niet geblokkeerd is.
Controleer of een externe gasdrukregelaar is toegepast en juist geïnstalleerd.
Controleer de gasvoordruk, die het gebouw binnenkomt > neem contact op met de leve-
rancier.
Oorzaak:
Defecte gasklep of gasklepinstellingen.
Herstelactie:
Controleer de gasklep en de gasklepinstellingen.
Oorzaak:
Slechte elektrode, elektrode bekabeling/aansluiting (slecht ionisatie signaal).
Herstelactie:
Controleer het ionisatiesignaal.
Controleer de ontsteker/ontstekingselektrode en vervang/reinig zo nodig.
Controleer de staat van de keramische isolatie.
Controleer de afstand tussen de elektrodepennen en de brander.
Controleer de staat van de ontstekingskabel/ionisatiekabel en vervang deze zo nodig.
Controleer de staat van de elektrode aardingskabel en vervang deze zo nodig.
Controleer de aarding van het toestel.
92
E93.1701NL.B. Handleiding Ambassador SB