Controlesysteem lage bandenspanning
WAT IS HET
CONTROLESYSTEEM LAGE
BANDENSPANNING
Het
bandenspanningcontrolesysteem meet de
bandenspanning van de auto. Er gaat een
waarschuwingslamp branden als één of
meer banden veel te weinig druk hebben
of bij een systeemstoring.
VOORZORGSMAATREGELEN
CONTROLESYSTEEM LAGE
BANDENSPANNING
WAARSCHUWING: Het
controlesysteem lage bandenspanning
vormt geen vervanging voor de
handmatige controle van de
bandenspanning. U moet de
bandenspanning regelmatig controleren
met een bandenspanningsmeter. Als de
juiste bandenspanningen niet worden
aangehouden, kan het risico op een
klapband, verlies van controle, kantelen
van de auto en letsel toenemen.
WAARSCHUWING: Gebruik de
bandenspanning die in het
informatiedisplay wordt weergegeven
niet als bandenspanningsmeter. Als u
deze instructie negeert, kan dat al dan
niet dodelijke verwondingen tot gevolg
hebben.
N.B.: Het gebruik van afdichtmiddel voor
banden kan het controlesysteem lage
bandenspanning beschadigen.
Focus (CGE) Vehicles Built From: 15-03-2021, CG3784nlNLD nlNLD, Edition date: 202012, First-Printing
BEPERKINGEN
CONTROLESYSTEEM LAGE
BANDENSPANNING
In de volgende situaties kan de
waarschuwingslamp gaan branden:
•
U gebruikt een reservewiel of
afdichtmiddel voor banden en een
bandenreparatieset.
•
De buitentemperatuur daalt aanzienlijk.
De bandenspanning kan afnemen en
de waarschuwingslamp lage
bandenspanning kan worden
geactiveerd. Controleer dat geen
enkele band lek is. Pomp de banden
op, indien nodig, tot de voorgeschreven
bandenspanning en voer de
resetprocedure uit.
N.B.: Regelmatig controleren van de
bandenspanning kan de kans dat de
waarschuwingslamp gaat branden omwille
van veranderingen in de buitentemperatuur
beperken.
N.B.: Nadat u de banden hebt opgepompt
tot de juiste bandenspanning, kan het
voorkomen dat de waarschuwingslamp pas
uitgaat nadat twee minuten harder dan
32 km/h is gereden.
506
(indien aanwezig)