Draadloze oplader voor accessoires
LOCATIE VAN DE DRAADLOZE
OPLADER VOOR
ACCESSOIRES
Het oplaadgebied bevindt zich
onder de klimaatregeling.
E265426
EEN DRAADLOOS APPARAAT
OPLADEN
WAARSCHUWING: Apparaten
voor draadloos opladen kunnen de
werking van geïmplanteerde medische
apparaten, inclusief pacemakers,
beïnvloeden. Als u geïmplanteerde
medische apparaten hebt, is het
raadzaam dat u uw arts raadpleegt.
Plaats het apparaat in het afgebeelde
gebied met de oplaadzijde omlaag om het
opladen te beginnen. Het opladen stopt
wanneer uw apparaat volledig is
opgeladen.
Zorg dat het oplaadgebied schoon is en
vrij is van obstructies voordat u een
apparaat oplaadt, zodat het apparaat plat
op het oplaadgebied kan worden
geplaatst.
Focus (CGE) Vehicles Built From: 15-03-2021, CG3784nlNLD nlNLD, Edition date: 202012, First-Printing
Het systeem ondersteunt één apparaat
dat geschikt is voor draadloos opladen in
het oplaadgebied.
N.B.: Als het apparaat buiten het
afgebeelde gebied wordt geplaatst, kan dat
het opladen beïnvloeden.
N.B.: De oplaadtijd en de temperatuur zijn
afhankelijk van het gebruikte apparaat. Het
systeem stopt met opladen als het apparaat
een hoge temperatuur bereikt.
N.B.: Voor apparaten zonder ingebouwde
Qi-normen voor draadloos opladen is een
extra Qi-ontvanger of huls vereist.
N.B.: Voor compatibele apparaten met
ingebouwde Qi-ontvanger voor draadloos
opladen kunnen de oplaadprestaties
worden beïnvloed als uw apparaat in een
hoes zit. De hoes moet wellicht worden
verwijderd om uw apparaat draadloos op
te laden.
N.B.: Software- en firmware-updates voor
uw apparaat kunnen de oplaadprestaties
beïnvloeden.
Plaats geen voorwerpen met een
magneetstrook, bijvoorbeeld
identiteitskaarten, parkeertickets of
creditcards in de buurt van het
oplaadgebied wanneer u een apparaat
oplaadt. Hierdoor kan de magneetstrook
worden beschadigd.
Plaats geen metalen voorwerpen,
bijvoorbeeld afstandsbedieningen, munten
of sleutels in de buurt van het
oplaadgebied wanneer u een apparaat
oplaadt. Metalen voorwerpen kunnen
warm worden en de oplaadprestaties
verminderen.
204