A WAARSCHUWING
Laat de motor niet gedurende langere tijd op
een laag oliepeil draaien. Als dit langer dan 4
uur aanhoudt, schakelt de motor uit zonder
opnieuw te kunnen starten. Raadpleeg uw
dealer als de motor wordt uitgeschakeld.
- CHARGING
OK
- CRANK POSITION
OK
- SENSORS
OK
- LANYARD / STOP
OK
EMM DIAGNOSTICS
EMM-diagnoselabel
Startmodus
Als tijdens het starten een of meerdere LED's NIET
branden, kan dit wijzen op een probleem met de
motor. Zie het diagnoselabel van de EMM.
LED 1, 2, of 3 UIT: vraag bijstand om naar de haven
terug te keren. Raadpleeg uw dealer.
Een knipperende LED 3 kan op een gevaarlijke toe-
stand in het brandstofsysteem wijzen. Vraag om bij-
stand om naar de haven terug te keren. Raadpleeg
uw dealer.
LED 4 UIT wijst aan dat het stopcircuit is geacti-
veerd. Controleer of het bindsnoer van de motoruit-
schakelaar is bevestigd.
Een knipperende LED 4 wijst aan dat de motor
werd uitgeschakeld:
• EMM-temp. BOVEN bereik, zie OVERVERHIT-
TING VAN DE MOTOR op pagina 43.
• Motortemp. BOVEN bereik, zie OVERVERHIT-
TING VAN DE MOTOR op pagina 43.
• Te weinig / geen olie. Vraag om bijstand om naar
de haven terug te keren.
- CHARGING
FAULT
- INJECTOR / IGNITION
FAULT
- SENSOR
FAULT
- NO OIL / OVERHEAT
3011761
008539
MOTORBEWAKINGSSYSTEEM
Evinrude buitenboordmotoren uitgerust met af-
standsbediening maken gebruik van het Sys-
temCheck-motorcontrolesysteem.
3
4
2
1
0
7
NO
HOT CHK
LOW
OIL
ENG
OIL
1
Typische SystemCheck-meters
Zelftest
Laat de contactsleutel tijdens het opstarten van de
motor even in de AAN-stand staan. Het motorcon-
trolesysteem voert een zelftest uit van de claxon,
door middel van een pieptoon van een halve secon-
de. De SystemCheck-meter voert een zelftest uit
door de verklikkerlichtjes tegelijkertijd aan te doen
en vervolgens een voor een uit te schakelen.
BELANGRIJK: Gebeurt de zelftest niet zoals aan-
gegeven, neem dan contact op met uw dealer.
Waarschuwing LOW OIL (laag oliepeil)
Bij waarschuwingen van LOW OIL (laag oliepeil)
weerklinkt de claxon 10 seconden lang en licht het
waarschuwingslampje
30 seconden op.
Als het probleem niet wordt verholpen, zal de Sys-
temCheck-waarschuwing zich herhalen bij de vol-
gende start.
Vul de olietank onmiddellijk bij als het waarschu-
wingslampje "LOW OIL" (laag oliepeil) brandt. U
kunt nog een tijdje normaal varen voordat u zonder
olie valt. Vul de olietank zo snel mogelijk bij met de
aanbevolen olie. Zie INFORMATIE OVER HET
OLIESYSTEEM op pagina 19.
"LOW OIL" (LAAG OLIEPEIL)
Lichtje oliepeil laag is AAN. De olie in
Probleem
de olietank staat op het reservepeil of
lager.
De EMM activeert binnenkort de
Resultaat
S.A.F.E.-modus.
Vul de olietank bij met de aanbevolen
olie. Als de olietank vol is, keer dan
Actie
terug naar de haven en vraag om
bijstand.
5
NO
OIL
WATER
TEMP
6
CHECK
ENGINE
LOW
OIL
laag
oliepeil
minimaal
008491
45