7 Uitvoer
8 Programma
afdrukken
9 Uitvoer omkeren
BELANGRIJK!
• In het printerstuurprogramma is [Auto Afdrukken] alleen beschikbaar wanneer
u [Alleen afdrukken] selecteert. (Raadpleeg
geldig bij [Alleen Opslaan].) Bij opgeslagen gegevens, stelt u [Auto Afdrukken]
via het display van de printer in wanneer de gegevens zijn geactiveerd.
• Bij USB-flash-via-printerstuurprogramma wordt het maken van masters/af-
drukken uitgevoerd volgens de hier ingestelde instelling [Auto Afdrukken] als
[Uitvoer]
(pagina
56) is ingesteld op [Afdrukken via USB (autom.)]. Wanneer
[Semi-Auto(master maken)] of [UIT] is geselecteerd, wordt daarom de functie
masters maken niet automatisch gestart.
Tabblad [Basis] - [Uitvoer] (
Afdruktaken worden in sets met kopieën uitgevoerd. Een set dient minimaal een
pagina te bevatten. Door Programma afdrukken te selecteren, kunt u [Details]
selecteren. Klik op [Details] om het dialoogvenster [Programma afdrukken] te
openen.
Aantal
: Voer de waarde van het aantal pagina's per set in dat moet
worden afgedrukt.
Sets
: Voer de waarde van het aantal sets in dat moet worden
afgedrukt.
Wissen
: Aantal en Sets worden teruggezet op de standaardwaarden.
Taakscheiding
Band : In elke groep wordt band ingevoegd.
UIT
: Er wordt geen taakscheiding uitgevoerd.
■ U kunt de taakscheidingsmodus alleen gebruiken als de optionele
taakscheiding aan de printer is bevestigd.
Als u deze optie inschakelt, worden afdrukken in omgekeerde volgorde uitge-
voerd.
pagina
)
Pagina 56
Werken met het printerstuurprogramma
Afdrukinstellingen
56) (De instelling is niet
73