Afdrukinstellingen
Tabblad [Basis]
Instellingen 1 Origineelformaat
2 Papierformaat
3 Uitvoer
4 Kleur
1 Origineelformaat
54
Werken met het printerstuurprogramma
5
Het formaat van originelen en de papierrichting instellen
BELANGRIJK!
Let erop dat u dezelfde afdrukstand opgeeft als die is ingesteld in de toepas-
singssoftware die gebruikt werd voor het maken van de documentgegevens.
Wanneer het papier eerst met de lange kant wordt doorgevoerd, selecteert u het
papierformaat waarvan de naam een "-R" bevat.
Wanneer u een ander aangepast papierformaat gebruikt dan wordt weer-
gegeven, selecteert u [Aangepast] en voert u de breedte en lengte in de
betreffende vakjes in.
5 Taakinstellingen
6 Voorbeeld en Bewerken
7 Standaard herstellen
1
2
3
4
6
7