Afdrukinstellingen
3 Uitvoer
56
Werken met het printerstuurprogramma
Bij het printerstuurprogramma
■ Dit onderdeel verschijnt wanneer [Opslaggeheugen] op het tabblad
[Omgeving] op "Geïnstalleerd" is ingesteld.
Alleen afdrukken
De data worden naar uw RISO-printer gestuurd en het afdrukken wordt met
[Auto Afdrukken] gestart.
Afdrukken en opslaan
De afdruktaak wordt verwerkt en de data worden in de printer opgeslagen.
U kunt op elk gewenst moment de opgeslagen data in uw printer van RISO
opnieuw activeren.
Alleen opslaan
De data worden naar uw printer van RISO verzonden om opgeslagen te
worden. U kunt op elk gewenst moment de opgeslagen data in uw printer van
RISO opnieuw activeren.
Bij een USB-flash-via-printerstuurprogramma
Afdrukken via USB (handmatig)
De data worden naar de USB-flashdrive verzonden. U kunt een map specifi-
ceren voor het opslaan van data op de USB-flashdrive.
Afdrukken via USB (autom.)
De data worden naar de USB-flashdrive verzonden. Er wordt afgedrukt met
de instelling [Auto Afdrukken]. Wanneer een master is gemaakt, worden de
data op de USB-flashdrive automatisch gewist.
(U kunt geen map selecteren waarin de data op de USB-flashdrive worden
opgeslagen. De data worden opgeslagen in de map [Automatische verwer-
king].)
[Details]
Hier kunt u extra informatie voor het opslaan van data en uitvoer van de
USB-flashdrive instellen. De onderstaande informatie wordt samen met de
documentdata opgeslagen. Dergelijke informatie kan worden gebruikt voor het
identificeren van de data.
– Bij het printerstuurprogramma
Wanneer u [Afdrukken en opslaan] of [Alleen opslaan] als [Uitvoer] selecteert,
kunt u op [Details] klikken. Klik op [Details] om het dialoogvenster [Opslaglabel]
te openen.
(Pagina
57)