AttEntIE:
het vellen van bomen en het verwijderen van takken mag
alleen door geschoold personeel gedaan worden! Gevaar
voor letsel! regionale voorschriften in acht nemen!
-
Met het vellen van bomen mag pas worden begonnen nadat
men zich ervan heeft verzekerd dat:
a) alleen personen die bij het vellen betrokken zijn zich op de
werk-plek bevinden.
b) ongehinderd vluchten mogelijk is voor iedereen die betrokken
is bij het vellen (de vluchtweg moet schuin achterwaarts
onder een hoek van ca. 45° verlopen). Rekening houden
met verhoogd struikelgevaar door het netsnoer.
c) de voet van de stam vrij is van alle vreemde voorwerpen,
struik-gewas en takken. Zorg voor een stabiele werkpositie
(struikelgevaar).
d) de dichtsbijgelegen werkplek tenminste twee en een halve
boomlengte verwijderd is (16). Vergewist u zich voor het
vellen van dat er zich geen personen of voorwerpen binnen
een afstand van 1/ maal de boomlengte bevinden.
-
Beoordeling van de boom:
Overhangrichting - losse of dorre takken - hoogte van de boom
- natuurlijke overhang - is de boom rot?
-
Let op de windrichting en windsnelheid. Bij zware windstoten
mogen er geen bomen geveld worden.
-
Inzagen van de worteluitlopers:
Bij de grootste worteluitloper beginnen. Als eerste de zaagsnede
in verticale richting en daarna de zaagsnede in horizontale
richting aanbrengen.
-
Valkerf (A,17) aanbrengen:
De valkerf geeft de boom de juiste valrichting en stuurt deze.
De valkerf wordt haaks op de valrichting aangebracht met een
diepte van 1/5-1/3 van de stamdoorsnede. De zaagsnede indien
mogelijk net boven de grond aanbrengen.
-
Eventuele correcties van de valkerf moeten over de gehele
breedte vande boom aangebracht worden.
-
De valzaagsnede (B,18) wordt boven de valkerfholte (D)
aangebracht. De valzaagsnede moet loodrecht op de stam
aangebracht worden. Voor de val-kerf moet ongeveer 1/10 van
de stamdoorsnede blijven staan als breukvlak.
Het breukvlak (C) werkt als scharnier. Dit mag in geen geval
doorgezaagd worden, daar dit het ongecontroleerd vallen van
de boom kan veroorzaken.Er moeten tijdig wiggen in de velsnee
(B, 18) worden geplaatst!
-
De valzaagsnede mag alleen gezekerd worden met kunststof of
aluminiums piëen. Het gebruik van stalen spiëen is verboden.
-
Bij het vallen van de boom altijd terzijde van de vallende boom
gaan staan.
-
Bij het terugkeren naar de valzaagsnede oppassen voor val-
lende takken.
-
Bij het werken op hellingen moet de bedieningspersoon boven
of terzijde van de te bewerken stam, respectievelijk liggende
boom staan.
-
Pas op voor aanrollende boomstammen.
terugslag
(Kickback)
-
Bij het werken met de elektrische kettingzaag kan ongecontro-
leerde terugslag voorkomen.
-
Deze terugslag onstaat, als het uiteinde van de zaaggeleider
(vooral het bovenste kwadrant) on-voorzien hout of andere
vaste voorwerpen raakt.
-
De elektrische kettingzaag wordt daarbij ongecontroleerd en met
grote kracht in de richting van de bedieningspersoon geslingerd
(gevaar voor letsel!).
Om terugslag te voorkomen moet op het volgende gelet
worden:
-
Zet nooit met de punt van de zaaggeleider aan bij het zagen.
De punt van de zaaggeleider moet altijd in het oog gehouden
worden.
-
Zaag nooit met de punt van de zaaggeleider! Pas op bij het
voortzetten van reeds begonnen zaagsneden.
-
Begin met lopende zaagketting aan de zaagsnede!
-
De zaagketting moet altijd correct geslepen worden. Let daarbij
vooral op de juiste hoogte van de dieptebegrenzing (nadere
informatie in het hoofdstuk "Ketting slijpen")!
-
Zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd door! Let er bij het ver-
wijderen van takken op dat geen andere tak geraakt wordt.
-
Let bij het afkorten op in de buurt liggende stammen. Maak zo
mogelijk gebruik van een zaagbok.
2
1
2
= Velbereik
16
45 o
A
A
17
C
B
B
C
18
19
45°
45°
D
7