Pagina 1
Gebruiksaanwijzing DCS 34 Belangrijk: Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht! Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren!
Wij feliciteren u met uw nieuwe MAKITA motorzaag en hopen, EU-conformiteitsverklaring ..........2 dat u met deze moderne machine tevreden zult zijn. Verpakking ................2 De DCS 34 modellen zijn bijzonder handige en robuuste Omvang van de levering ............ 3 motorzagen in een nieuw design. Symbolen ................3...
Omvang van de levering 1. Motorkettingzaag 2. Zaaggeleider 3. Zaagketting 4. Beschermkap zaaggeleider 5. Montagegereedschap Indien een van de hier afgebeelde onderdelen bij de levering 6. Gebruiksaanwijzing (niet afgebeeld) ontbreekt, wendt u zich dan tot uw verkoper! Symbolen Op de machine en bij het lezen van de gebruiksaanwijzing treft u de volgende symbolen aan: Gebruiksaanwijzing lezen en de waarschuwings- en Motor uitzetten!
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die het apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing te lezen, om zich met de werking ervan vertrouwd te maken. Onvol- doende geïnstrueerde gebruikers kunnen zichzelf en anderen door ondeskundig gebruik in gevaar brengen. De motorkettingzaag alleen uitlenen aan personen met ervaring in het gebruik van een motorkettingzaag.
Brandstoffen/tanken Bij het aftanken van de motorkettingzaag moet de motor worden uitgezet. Roken en iedere vorm van open vuur zijn niet toegestaan (5). Laat de motor afkoelen alvorens te tanken. Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties bevatten. Huid- en oogcontact met mineraalolieprodukten vermijden. Draag bij het aftanken handschoenen.
Terugslag (Kickback) Bij het werken met de motorkettingzaag kan gevaarlijke terugslag optreden. Deze terugslag ontstaat als het bovenste kwadrant van de zaaggeleider per ongeluk tegen hout of andere vaste voorwerpen aankomt (10). Daarbij wordt de motorzaag ongecontroleerd en met grote kracht in de richting van de bedieningspersoon geslingerd, resp.
Pagina 7
Pas op bij het zagen van versplinterd hout. Er kunnen afgezaagde houtsplinters meegetrokken worden (gevaar voor letsel). Bij het zagen met de bovenzijde van de zaaggeleider kan de motorkettingzaag in de richting van de bedieningspersoon gestoten worden als de zaagketting klem komt te zitten. Daarom moet zoveel mogelijk met de onderzijde van de zaaggeleider gezaagd worden, daar in dat geval de zaag altijd van het lichaam weg in de richting van het hout getrokken zal...
Transport en opslag Bij het veranderen van werkplek tijdens het werken moet de motorkettingzaag afgezet of de kettingrem ingeschakeld worden om onbedoeld starten en aan- lopen van de zaagketting te voorkomen. Vervoer of draag de motorkettingzaag nooit met lopende zaagketting. Bij vervoer over langere afstanden moet in ieder geval de meegeleverde beschermkap voor de zaaggeleider aan- gebracht worden.
INBEDRIJFNAME ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf STOP trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende hand- schoenen dragen! ATTENTIE: De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Montage van de zaaggeleider en zaagketting Gebruik de bijgeleverde combi-sleutel voor de hierna genoemde werkzaamheden.
De zaagketting (8) op kettingwiel (9) leggen. De zaagketting met de rechter hand in de bovenste geleidegroef van de zaaggeleider (10) voeren. De snijkanten van de zaagketting moeten aan de geleiderbovenkant in de richting van de pijl wijzen (11)! Voer de zaagketting (8) om de omlegschijf (12) van de zaaggeleider, en trek daarbij de zaagketting licht in de richting van de pijl.
. Kettingrem De MAKITA motorzagen DCS 34 zijn standaard met een vertragingsveroorzakende kettingrem uitgerust. Ontstaat er een terugslag (kickback) doordat de punt van de zaaggeleider met het hout in aanraking komt (zie hoofdstuk „VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN”, blz.
De motor van de motorkettingzaag is een tweetaktmotor met 50:1 een groot vermogen die werkt op een mengsel van benzine en DOLMAR tweetaktolie. De motor is ontworpen voor gebruik van normale loodvrije benzine met een minimaal octaangetal van 91 ROZ. Is deze...
Belangrijke aanwijzing aangaande bio-olie voor zaagkettingen Bij een bultenbedrijfsstelling op langere duur moet de omdat verschillende bio-olies ertoo noigen plakkerig te olietank worden leeggemaakt, waama er een kleine worden, waardoor schade aan de oliepomp of aan hoeveelheid motorolie (SAE 30) moet worden ingegoten. oliegeleidende machinedelen kan optreden.
Kettingsmering controleren Zaag nooit met onvoldoende kettingsmering. Hiermee verkort u de levensduur van de zaaginrichting !. Controleer vóór het begin van de werkzaamheden altijd het oliepeil in de tank en de controleer ook de olietoevoer. De olietoevoer kan op als volgt gecontroleerd worden: Start de motorkettingzaag (zie hoofdstuk „Motor starten”).
Motor starten De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt. Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op de grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond blijft. Kettingrem inschakelen (blokkeren).
Kettingrem controleren De kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden gecontroleerd. De motor zoals beschreven starten (een vellige stand innemen en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat het zaagwerk vrij staat). De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere hand aan de handgreep.
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN STOP Zaagketting slijpen ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougie- stekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! De zaagketting moet worden geslepen, wanneer: zaagselachtige spaanders ontstaan bij het zagen van vochtig hout de ketting ook bij grote druk slechts met moeite in het hout trekt de snijkant zichtbaar beschadigd is.
Pagina 19
Welke vijl en hoe deze te gebruiken Voor het slijpen moet een speciale vijlhouder met een ø 4,0 mm zaagketting-rondvijl worden gebruik. Normale rondvijlen zijn ongeschikt. Zie de accessoirelijst voor het bestelnummer. De vijl mag alleen bij de voorwaartse streek (pijl) vijlen. De vijl moet bij het terughalen vrij van het materiaal gehouden wor- den.
Reinigen van de remband en van de kettingwiel- binnenruimte ATTENTIE: Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de STOP bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen dragen! ATTENTIE: De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle! Kettingwielbeschermer (4) afnemen (zie Hoofdstuk „INBEDRIJFNAME“...
Nieuwe zaagketting ATTENTIE: Uitsluitend voor deze motorzaag toegelaten kettingen en zaaggeleiders gebruiken (zie uittreksel uit de reserveonderdelenlijst)! Voordat een nieuwe zaagketting omgelegd wordt moet aller- eerst de staat van het kettingwiel gecontroleerd worden (7). Kettingwielbeschermer afnemen (zie Hoofdstuk „INBE- DRIJFNAME“ A-H) ATTENTIE: Ingelopen kettingwielen (8) kunnen beschadigingen van de nieuwe zaagketting veroorzaken en moeten vervangen te...
Bougie vervangen STOP ATTENTIE: Bougie of bougiedop mogen niet bij lopende motor aan- geraakt worden (hoogspanning!). Onderhoudswerkzaamheden uitsluitend bij uitgeschakelde motor uitvoeren. Bij hete motor gevaar van verbranding. Beschermhand- 0,5 mm schoenen dragen! Bij beschadiging van de isolator, sterke verbranding van de elektroden, of sterk vervuilde electroden, moet de bougie vervangen worden.
Periodieke onderhouds- en reingingsvoorschriften Voor een lange levensduur alsook ter voorkoming van schades en ter waarborging van het volledig functioneren van de veiligheidsvoorzieningen moeten de hierna beschreven onderhoudstaken regelmatig uitgevoerd worden. Garantieclaims worden alleen dan toegelaten, indien deze taken regelmatig en zoals voorgeschreven uitgevoerd zijn. Bij niet-inachtneming bestaat er gevaar voor ongelukken! Gebruikers van motorkettingzagen mogen alleen de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoeren die beschreven zijn in deze gebruiksaanwijzing.
Reserveonderdelen Betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid van uw machine is ook afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte reserveonderdelen. Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken, die door het teken zijn gekenmerkt. Alleen de originele onderdelen komen uit dezelfde fabriek als de machine en garanderen daarom de beste kwaliteit van materiaal, maatvastheid, werking and veiligheid.
Uittreksel uit de reserve-onderdelenlijst DCS 34 Alleen originele MAKITA-reserveonderdelen gebruiken.Voor reparaties en vervanging van andere onderdelen is uw MAKITA service-werkplaats verantwoordelijk. Pos. MAKITA-Nr. Benaming 442 035 661 Achterste zaaggeleider 35 cm (14") 528 092 652 Zaagketting 3/8", 35 cm 442 040 661 Achterste zaaggeleider 40 cm (16")