c
d
E
16
Kettingrem controleren
de kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden
gecontroleerd.
-
De motor zoals beschreven starten (een vellige stand in-
nemen en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat
het zaagwerk vrij staat).
1
-
De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere
hand aan de handgreep.
-
De motor inschakelen en met de rug van de hand de hand-
beschermer (1) in de richting van de pijl drukken tot de
kettingrem blokkeert. Nu moet de zaagketting onmiddellijk
tot staan komen.
-
De motor aanstonds uitschakelen en de kettingrem weer
loszetten.
Attentie: Indien de zaagketting na deze controle niet
onmiddellijk tot stilstand komt, mag in geen geval met
de werkzaamheden worden begonnen. U moet dan de
hulp van een dOlMAr servicewerkplaats inroepen.
nalooprem controleren
het controleren van de nalooprem moet vóór ieder werk-
begin plaatsvinden.
-
De motor zoals beschreven starten (een vellige stand in-
nemen en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat
het zaagwerk vrij staat).
-
De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere
hand aan de handgreep.
-
De motor inschakelen en weer uitschakelen. Nahet uit-
schakelen moet de zaagketting binnen twee secondes
tot stilstand komen.
Attentie: als de zaagketting bei deze
binnen twee secondes tot staan komt, mag niet met
het werk worden begonnen. Koolborstels controleren
(zie blz. 19).
Kettingsmering
controleren
Nooit met onvoldoende kettingsmering zagen. Hiermee verkort
u de levensduur van de zaaginrichting!
Voor het begin van de werkzaamheden altijd het oliepeil in de
tank en de olietoevoer controleren.
Het controleren van de olietoevoer kan op de volgende wijze:
-
Elektrische kettingzaag starten.
-
De lopende zaagketting ongeveer 15 cm boven een boom-
stam of de grond houden (geschikte ondergrond gebrui-
ken).
Bij voldoende smering vormt zich een licht oliespoor door de
afgeslingerde olie. Let op de windrichting en stelt u zich niet
onnodig aan de smeeroliemist bloot!
controle niet