T T e e l l e e f f o o n n e e r r e e n n
Tijdens gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek zijn er verschillende opties waaruit
u kunt kiezen. Dit doet u door tijdens het gesprek op de
functietoets Opties te drukken.
Microfoon uitschakelen (Microfoon uit)
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u niet
meer kan horen.
Voorbeeld: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u in
de kamer staat, zonder dat de persoon die u
aan de lijn hebt het hoort.
Zo schakelt u de microfoon tijdelijk uit:
1.
Druk op de functietoets Opties.
2.
Ga met
naar de keuze Microfoon uit.
3.
Druk op de functietoets O K.
De persoon die u aan de lijn hebt, kan u nu niet meer
horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1.
Druk op de functietoets Opties.
2.
Ga met
naar de keuze Microfoon aan.
3.
Druk op de functietoets
De persoon die u aan de lijn hebt, kan u nu weer horen.
28
O K.
Nummer opzoeken en bellen
Tijdens uw gesprek kunt u een ander nummer opzoeken
in de telefoonlijst.
1.
Druk op de functietoets Opties.
2.
Ga met
naar de keuze Telefoonlijst.
3.
Druk op de functietoets O K.
4.
Toets de eerste letter in van de naam die u zoekt en
druk op de functietoets Zoek
NB: Door direct op de functietoets
drukken, kunt u ook vanaf het begin door de
telefoonlijst heen bladeren.
U ziet nu de contactpersonen uit de telefoonlijst
vanaf de eerste naam die begint met de door u
ingetoetste letter. Deze naam wordt geaccentueerd
weergegeven.
5.
Om de geaccentueerde naam te bekijken, drukt op
de functietoets Kies.
Een uitgebreide beschrijving van de telefoonlijst vindt u
op pagina 41.
T T e e l l e e f f o o n n e e r r e e n n
.
Zoek
te
29