. Bedieningsdraairegelaar
Naast de omhoog, omlaag, links en rechts toetsen, kunt u ook de
bedieningsdraairegelaar gebruiken om bedieningshandelingen uit te voeren.
• Afhankelijk van de functie kunnen bepaalde bewerkingen niet worden uitgevoerd
d.m.v. de bedieningsdraairegelaar.
Bedieningsdraairegelaar
Inhoud van het beeldscherm en hoe deze te veranderen
Het beeldscherm maakt gebruik van verschillende indicators, iconen en waarden om
u op de hoogte te houden van de status van de camera.
• De voorbeeldschermen in dit hoofdstuk zijn bedoeld om de plaats van alle
indicators en cijfers te tonen die op het beeldscherm kunnen verschijnen tijdens de
verschillende functies. Ze stellen niet de schermen voor die in feite bij de camera
verschijnen.
. Foto opname (1 Foto)
1
2
3 567
4
cn
cm
cl
ck
bt
bs
br
bq
bp
Zelfontspannerfunctie
(pagina 39)
Gezichtsdetectie (pagina 102)
Opnamemodus (pagina 28)
Beeldverliesindicator/
Zoomindicator (SR)
(pagina 52)
Resterende capaciteit van het
filmgeheugen (pagina 64)
[8] [2] [4] [6] : Druk op de van toepassing zijnde toets (omhoog,
omlaag, links, rechts).
Resterende capaciteit van het fotogeheugen
(pagina 188)
8
Fotobeeldformaat/beeldkwaliteit
9
(pagina's 94, 96)
bk
Filmkwaliteit (FHD/STD film) (pagina's 64, 67)/
bl
Opnamesnelheid (HS (high-speed) film)
bm
(pagina 67)
bn
Brandspuntsafstand
bo
(Omgezet naar het 35 mm filmformaat.)
(pagina 51)
Anti Shake (pagina 100)
Tijdstempel indicator (pagina 155)
Histogram (pagina 179)
Automatisch scherpstelgebied (pagina 99)
Datum/tijd (pagina's 21, 160)
Scherpstelkader (pagina's 29, 99)
Lege accu indicator (pagina 21)
Meetfunctie (pagina 49)
Flitser (pagina 47)
Belichtingscompensatie (pagina 46)
Schminkniveau (pagina 45)
ISO gevoeligheid (pagina 44)
Scherpstelfunctie (pagina 42)
Witbalans (pagina 40)
10