2. Meetgrootheid CO activeren: [OK].
[Wijzigen]
3.
invoeren.
4. Aansluitleiding van de testgasfles op de kalibratie-adapter
steken.
5. Toevoer van testgas naar meetcel openen.
6. Herkalibratie starten: [Start].
7. Gewenste waarde overnemen zodra de reële waarde stabiel is
(afstelling): [OK].
-of-
Annuleren (geen afstelling uitvoeren): [esc].
8. Wijzigingen opslaan: [Gereed].
6.1.4.
Brandstoffen
De brandstof kan worden gekozen. De voor de brandstof specifieke
coëfficiënten en grenswaarden kunnen worden ingesteld.
Functie oproepen:
[
>
Brandstoffen inschakelen:
> Brandstof kiezen → [OK].
-
De brandstof wordt geactiveerd en het hoofdmenu wordt
geopend.
Coëfficiënten instellen:
1. Brandstof kiezen → [Coëff.].
2. Coëfficiënten kiezen: [Wijzigen].
Eventueel:
> Wachtwoord invoeren:
[Verder]
3. Waarden instellen → [OK].
4. Wijzigingen opslaan:
→ Testgasconcentratie (gewenste waarde)
Voor de meetnauwkeurigheid van het instrument moet de
juiste brandstof worden gekozen of geconfigureerd.
Een correcte weergave van de meetresultaten is alleen
gegarandeerd als de drempelwaarden voor het ideale
bereik voor de betreffende meettaak juist zijn ingesteld.
Bij de vooringestelde drempelwaarden betreft het typische
waarden voor het betreffende installatietype en voor de
gekozen brandstof.
]
Brandstoffen
→
→ [OK].
→ [OK].
[Invoeren]
→ Wachtwoord invoeren →
[Gereed]
6 Product gebruiken
51