5 Eerste stappen
2. Waarde overnemen: [OK].
Opties:
> Omschakelen tussen hoofdletters / kleine letters:
> Cursor in de tekst plaatsen:
> Teken voor of achter de cursor verwijderen:
3. Stappen 1 en 2 indien nodig herhalen.
4. Invoer opslaan:
5.2.6.
Gegevens printen / opslaan
Het uitprinten van gegevens gebeurt via de toets
van gegevens gebeurt via het menu Opties. Het menu
wordt via de linker functietoets opgeroepen en is in veel menu's
beschikbaar.
Voor de bezetting van de rechter functietoets met de functie
Opslaan, zie Rechter functietoets instellen, pagina 43.
Er worden alleen die meetwaarden afgedrukt / opgeslagen,
waaraan in het meetbeeld een indicatieveld werd toegekend.
Om gegevens via de infrarood- of Bluetooth-interface naar een
protocol-printer te kunnen sturen, moet de gebruikte printer
geactiveerd zijn, zie Printer, pagina 47.
5.2.7.
Gegevens onthouden (klembord)
Met behulp van het klembord kunnen meetresultaten van
verschillende meettypen bij elkaar worden gebracht tot een
gezamenlijk protocol, dat geprint kan worden (zie boven). Het
opslaan van de gegevens op het klembord gaat via het menu
Opties
Als er gegevens op het klembord staan, verschijnt in de statusregel
het symbool
Als er gegevens op het klembord staan en de opdracht
wordt gegeven, dan worden altijd de gegevens op het klembord
uitgeprint.
38
Ι← ABC→&$/
Ι← ABC→&$/
← verder →
kiezen: [▲],
← verder →
Tijdens een lopend meetprogramma kunnen de
meetgegevens parallel aan het opslaan worden uitgeprint.
Grafische lijnen kunnen met de Bluetooth® / IRDA printer
0554 0620 worden afgedrukt.
en de opdracht Klembord.
.
[Opties]
Klembord
→
opgeslagen gegevens worden verwijderd.
→Ι
kiezen: [▲],
[▼]
→Ι
kiezen: [▲],
[▼]
[▼]
→
[←]
kiezen: [▲],
wissen: Op het klembord
→ [ABC→&$/].
→
[Ι←]
resp. [→Ι].
resp. [→].
[▼]
→ [Verder].
[
]. Het opslaan
Opties
Printen