3. K o p ië r e n
Scanopties
3- 3 0
Scherpte (de scherpte van het origineel aanpassen)
U kunt kiezen uit vijf scherpteniveaus tussen Scherper en
Zachter.
Hoe dichter het niveau bij Scherper ligt, des te scherper de
contouren van beelden. Hoe dichter het niveau bij Zachter ligt,
des te zachter de contouren van beelden.
1.
Selecteer Scherpte.
2.
Selecteer het beeldcontourniveau uit de vijf weergegeven
niveaus.
3.
Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
In het scherm Scanopties kunt u functies voor het scannen van
originelen configureren.
1.
Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren.
2.
Selecteer het tabblad Scanopties en selecteer een functie in
het scherm Scanopties dat verschijnt.
Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r