Montagehoogte bij extra bemesting:
8.3
Instellen van de strooihoeveelheid
ZA-M BAG0165.6 01.21
Stel de montagehoogte van de strooier met behulp van de tractor-
driepuntshydraulica zo hoog in, dat de afstand tussen graantoppen
en strooischijven ca. 5 cm bedraagt (Afb. 63). Bevestig de
trekstangpennen eventueel in de onderste trekstangaansluitingen.
Afb. 63
Stel de voor de gewenste strooihoeveelheid vereiste schuifstand
via beide stelhefbomen.
De vereiste schuifstand kan direct uit de tabel worden afgelezen of
met de rekenschijf worden berekend.
Het bepalen van de schuifstand met de rekenliniaal wordt na een
controle van de strooihoeveelheid uitgevoerd. De
stroomeigenschappen van de mestkorrels kunnen wijzigen waardoor
wellicht andere instellingen noodzakelijk zijn. Voer daarom altijd een
kwantiteitscontrole uit voordat u begint met strooien.
Het bepalen van de schuifstand met behulp van de rekenschijf vindt
na de kwantiteitscontrole plaats. Hierdoor wordt al bij het berekenden
van de schuifstand rekening gehouden met de verschillende
stroomeigenschappen van de mestkorrels.
Instellingen
83