Voor informatie over het gebruik van de menu's, zie "Het menu gebruiken" (Blz. 4)
Het onderwerp in tegenlicht ophelderen
[SHADOW ADJUST]
I (Fotomenu 1) SHADOW ADJUST
Beschikbare fotostanden: P M s P
Submenu 2
Het schaduwaanpassingseffect
AUTO
wordt toegepast wanneer in
tegenlicht wordt gefotografeerd.
OFF
Het effect wordt niet toegepast.
Fotograferen met automatische
ON
correctie om een donker geworden
gedeelte op te lichten.
Wanneer [ON] ingesteld is, is [ESP/n]
(Blz. 32) automatisch vastgezet op [ESP].
Selectie van het scherpstelgebied
[AF MODE]
I (Fotomenu 1) AF MODE
Beschikbare fotostanden: P M s P
Submenu 2
De camera stelt automatisch
scherp. (Wanneer een gezicht
wordt gedetecteerd, wordt
dit aangegeven met een wit
kader
; als de ontspanknop half
*1
FACE/iESP
*1
wordt ingedrukt en de camera
scherpstelt, wordt het kader
groen
. Als geen gezicht wordt
*2
gedetecteerd, kiest de camera een
onderwerp in het kader en stelt hij
automatisch scherp.)
De camera stelt scherp op
SPOT
het onderwerp dat zich in het
autofocusteken bevindt.
De camera volgt automatisch de
bewegingen van het onderwerp
AF TRACKING
zodat er voortdurend op wordt
scherpgesteld.
De positie van het autofocusteken
wordt verplaatst om de camera
AREA
scherp te laten stellen op een
onderwerp dat zich niet in het
midden bevindt.
Voor sommige onderwerpen verschijnt het kader
*1
niet of niet onmiddellijk.
Als het kader rood knippert, kan de camera niet
*2
scherpstellen. Probeer opnieuw scherp te stellen
op het onderwerp.
A Q
Toepassing
A Q
Toepassing
Blijven scherpstellen op een
bewegend onderwerp (AF Tracking)
1 Beweeg de camera tot het
autofocusteken op het onderwerp
is gericht en druk op de knop A.
2 Wanneer de camera het onderwerp
herkent, volgt het autofocusteken
de bewegingen van het onderwerp
automatisch zodat er voortdurend
op wordt scherpgesteld.
3 Om de volgfunctie te annuleren,
drukt u op de knop A.
Afhankelijk van het onderwerp of de
opnameomstandigheden, is het mogelijk dat
de camera de focus niet kan vergrendelen
of er niet in slaagt de bewegingen van het
onderwerp te volgen.
Als de camera er niet in slaagt de
bewegingen van het onderwerp te volgen,
licht het autofocusteken rood op.
Wanneer [ON] ingesteld is, is [ESP/n]
(Blz. 32) automatisch vastgezet op [ESP].
Het autofocusteken verplaatsen en
vergrendelen [AREA]
Gebruik FGHI om het autofocusteken
(V) te verplaatsen op het scherm. Om
het autofocusteken te vergrendelen, houdt
u de knop A ingedrukt tot de markering
wijzigt in R. Om het autofocusteken te
ontgrendelen, houdt u de knop A ingedrukt
tot de markering wijzigt in V.
1
NL