Fotofuncties gebruiken
"Het menu gebruiken" (Blz. 4)
Gebruik van de flitser
De flitserfuncties kunnen worden gekozen
overeenkomstig de lichtomstandigheden.
1
Zet de flitserknop omhoog om de
ingebouwde flitser uit te klappen.
De flitserinstellingen kunnen niet worden
aangepast wanneer de flitser gesloten is.
De flitser uitschakelen
Druk de flitser terug in de camera.
Hierdoor wordt de stand $ (FLASH OFF)
ingeschakeld.
2
Selecteer de flitseroptie in het menu
met fotofuncties.
NL
Flitserknop
FLASH AUTO
FLASH AUTO
4 4
14
M
3
Gebruik HI om de optie te
selecteren en druk op de knop A
om in te stellen.
Optie
FLASH AUTO
REDEYE
FILL IN
RED-EYE +
FILL-IN
SLOW
FLASH OFF
Close-upopnames maken
(stand Macro)
Met deze functie kan de camera scherpstellen
op onderwerpen die zich zeer dichtbij bevinden.
1
P P
Selecteer de macro-optie in het
menu met fotofuncties.
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
Beschrijving
Bij weinig licht of tegenlicht
ontsteekt de flitser automatisch.
Inleidende flitsen worden gebruikt
om rode ogen in uw foto's te
voorkomen.
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht
het beschikbare licht.
Na de inleidende flits die
rode ogen helpt voorkomen,
ontsteekt de flitser ongeacht
het beschikbare licht.
Bij een korte sluitertijd ontsteekt
de flitser meteen nadat de sluiter
werd geopend (synchronisatie
op het eerste gordijn). Zowel
het onderwerp op de voorgrond
als de nachtelijke achtergrond
worden vastgelegd op de foto.
De flitser ontsteekt niet.
OFF
OFF
4 4
14
M
P P
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO