5.
Zet de brandstofkraan open.
a -
dicht
b -
open
6.
Bevestig het noodstopschakelaarkoord aan de stopschakelaar. Zie Algemene informatie –
Noodstopschakelaar.
NB: De motor start niet als het noodstopschakelaarkoord niet met de stopschakelaar verbonden is.
a -
stopschakelaar
7.
Als de motor koud is, zet u de choke in de "START"-stand. Als de motor warm is, zet u de choke in de
"RE-START"-stand.
BEDIENING
a
b
c -
b -
27
18837
c
18843
brandstofkraan
a
b
19104
noodstopkoord