Verwarmingswater aansluiten
Varianten
A
C
Afb. 21
Kleinverdeler met veiligheidsklep. Laagwaterstand-
A
beveiliging of minimaalpressostaat moet extra
geïnstalleerd worden.
Armaturenstang 3-voudig met manometer, mini-
B
maalpressostaat, maximaalpressostaat
Armaturenstang 4-voudig met manometer, mini-
C
maalpressostaat, maximaalpressostaat, blinde
stop
Armaturenstang 4-voudig met minimumdrukbe-
D
grenzer, 2x maximumdrukbegrenzer bijv. voor ont-
lastpot als vervangende maatregel
Veiligheidsaansluitingen aanbrengen
1. Veiligheidsaansluitingen aanbrengen.
Alle leidingen zonder belasting en spanning aan-
sluiten.
2. Aansluitingen aan de verwarmingswaterzijde con-
troleren op lekkage.
Toegel. werkingsdruk
Min. druk
Testdruk
Laagwaterniveaubeveiliging
De verwarmingsketels conform EN 12828 tegen water-
gebrek beveiligen. Hiervoor kan de als accessoire
leverbare minimumdrukschakelaar of minimumdrukbe-
grenzer worden ingebouwd.
(vervolg)
B
D
6 bar (0,6 MPa)
0,5 bar (0,05 MPa)
7,8 bar (0,78 MPa)
Veiligheidsklep
De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep
zijn voorzien, die gekeurd is volgens de EN 12828 en
afhankelijk van de uitvoering van de installatie gemar-
keerd moet zijn.
!
Opgelet
Ongeschikte waterkwaliteit kan leiden tot
schade aan het ketellichaam.
De CV-ketel mag alleen met water worden
gevuld dat voldoet aan de "eisen aan de water-
kwaliteit" (zie servicehandleiding).
27