Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Productomschrijving; Pompoverzicht; Beschrijving; Correct Gebruik - GEA Hilge MAXA BLOC Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

3. Productomschrijving

Overzicht
Dit hoofdstuk beschrijft de pomp, het ontwerp en de toepassing.
De toepassingsbegrenzingen worden beschreven in het hoofd-
stuk "Technische gegevens". U dient deze begrenzingen te ken-
nen en in acht te nemen.

3.1 Pompoverzicht

0156
0102
0153
Afb. 3 MAXA Bloc t/m motorvermogen 112
0102 - pomphuis
0153 - zuigaansluiting
0156 - persaansluiting
0182 - voet
0183 - voetplaat
0346 - tussenring
0802 - motor.
0156
0153
0102
0346
Afb. 4 MAXA Bloc vanaf motorvermogen 132
0102 - pomphuis
0153 - zuigaansluiting
0156 - persaansluiting
0346 - tussenring
0802 - motor.
6
0346
0802
0182
0183
0802

3.2 Beschrijving

De pomp is een enkeltraps end suction centrifugaalpomp die is
ontworpen volgens de specificaties van DIN EN 733. Bij de ver-
vaardiging van de pomp is rekening gehouden met de hygiëneve-
reisten van moderne procestechnologie.
3.2.1 Toepassingsgebieden
Standaard uitvoering
Pompen in de standaard uitvoering worden gebruikt voor:
industriële toepassingen
textieltechnologie
oppervlakte behandeling voor milieutechnologiëen
alle systemen en processen die zijn gebruikt bij de productie
van voedingsmiddelen, met inbegrip van zuivelproducten en
dranken.

3.3 Correct gebruik

WAARSCHUWING
Incorrect gebruik!
▲ De dood, ernstig lichamelijk letsel, schade aan
eigendommen.
► Alleen pompvloeistoffen die in de order zijn
beschreven. De pomp is speciaal ontworpen voor
dat doeleinde.
► Gebruik de pomp alleen in het elektriciteitsnet
dat in de order is beschreven.
3.3.1 Te verpompen vloeistoffen
Alleen zuivere of enigszins verontreinigde vloeistoffen met een
maximale deeltjesgrootte van 0,4 mm mogen worden verpompt.
Deze vloeistoffen mogen de pompmaterialen niet chemisch of
fysisch aantasten, en mogen evenmin hun sterkte verlagen. Als
de pomp wordt gebruikt voor het verpompen van vloeistoffen met
een hogere viscositeit dan van water, zorg dan dat de motor niet
overbelast wordt. De pomp mag niet draaien boven de maximaal
toegestane waarden. Zelfs korte perioden met drukoverbelasting
(bijv. als gevolg van een drukgolf) dienen te worden vermeden.
3.3.2 Minimaal debiet, Q
min
Laat pompen met een grootte van 65 tot 150 niet draaien onder
het minimale debiet van Q
min
Laat pompen met een grootte van 200 tot 400 niet draaien onder
het minimale debiet van Q
min
3.3.3 Aansluitingen en leidingen
De nominale diameters van de systeemleidingen dienen gelijk
aan of groter dan de nominale diameters van de pomp te zijn,
d.w.z. DNE (zuigzijde) en DNA (perszijde), en de aansluitingen
naar de pomp moeten exact overeenkomen met de ontwerpnorm/
beschrijving van het corresponderende koppelstuk van de pomp.
De zuigleiding moet absoluut lekdicht zijn en, indien mogelijk,
zodanig gelegen zijn dat geen luchtpakketjes kunnen worden
gevormd. Vermijd nauwe bochten en installeer geen kleppen
direct aan de zuigzijde van de pomp. Monteer een recht stuk aan
de zuigzijde met een minimale lengte van vijf maal de leidingdia-
meter. De zuighoogte van het systeem mag niet groter zijn dan de
zuighoogte die door de pomp wordt gegarandeerd.
3.3.4 Werking van de motor
Schakel de motor niet meer dan 15 maal per uur in en uit.
3.3.5 Uitvoering
Alle informatie en beschrijvingen in deze bedieningshandleiding
met betrekking tot het gebruik en de bediening van de pompen
zijn uitsluitend gebaseerd op de standaard uitvoeringen.
Deze regels zijn niet van toepassing op speciale uitvoeringen,
klantspecifieke modificaties of willekeurige externe invloeden die
kunnen optreden tijdens gebruik en bediening.
= 10-15% Q
.
opt
= 20-25% Q
.
opt

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave