6.4.8 Enkele mechanische afdichting met voering van
achterplaat
Afb. 19 Enkele mechanische afdichting
Overzicht van onderdelen
0161.00 - achterplaat
0167.00 - voering van achterplaat
0412.02 - O-ring
0433.00 - mechanische afdichting
0491.00 - afdichtingscartridge
0504.09 - afstandsring
0557.00 - afstandsring
0902.08 - steunbout
0920.15 - zeskantbout
0934.11 - veerring.
Kenmerken
– Enkele mechanische afdichting
– geplaatst in afdichtingscartridge
– met voering van achterplaat.
Voorafgaand aan het installeren
•
Controleer de as en de zitting van de tegenring op verontreini-
gingen en beschadigingen (scherpe randen). Reinig de onder-
delen of vervang ze, indien nodig.
•
Controleer alle O-ringen in de mechanische afdichting om te
zorgen dat ze correct gepositioneerd zijn, en corrigeer indien
nodig.
•
Bevochtig alle glijvlakken van de O-ringen met water om wrij-
ving te verminderen.
Montage
1. Plaats voering van achterplaat 0167.00 in tussenring 0346.01.
2. Plaats de O-ring 0412.02 in de groef van afdichtingscartridge
0491.00.
3. Duw de mechanische afdichtingscartridge 0491.00 in de voe-
ring van achterplaat 0167.00.
4. Maak afdichtingscartridge 0491.00 vast op de tussenring
0346.01. Gebruik hiervoor veerringen 0934.11 en zeskant-
moeren 0920.15. Draaimoment: M8 - 19 Nm.
5. Smeer de centreerring tussen de tussenring 0346.01 en de
Bloc motor 0802.00. Gebruik hiervoor Klüberpaste UH1 96-
402.
6. Maak de tussenring 0346.01 vast met afdichtingscartridge
0491.00 geïnstalleerd op de Bloc motor 0802.00.
7. Schuif de montagebus tot aan de stop op de as.
8. Druk de stationaire ring van de mechanische afdichting
0433.00 in de zitting. Gebruik hiervoor een montagebus.
9. Druk de draairing van de mechanische afdichting 0433.00 tot
aan de stop op de as 0211.00. Gebruik hiervoor een montage-
bus.
10. Druk de afstandsring 0504.09 op de as.
Voor montage van de waaier en het pomphuis raadpleegt u para-
graaf 6.4.10 Montage van de waaier en het pomphuis op pagina
19.
18
6.4.9 Dubbele mechanische afdichting, tandem
0167.00
0412.02
0433.00
0504.09
0230.00
0412.83
Afb. 20 Dubbele mechanische afdichting, tandem
Overzicht van onderdelen
0167.00 - voering van achterplaat
0230.00 - waaier
0346.01 - tussenring
0412.02 - O-ring
0412.83 - O-ring
0433.00 - mechanische afdichting
0433.01 - mechanische afdichting
0491.00 - afdichtingscartridge
0504.09 - afstandsring.
Kenmerken
– Dubbele mechanische afdichting
– geplaatst in afdichtingscartridge 0491.00
– ruimtebesparing - met afstandsring 0504.09.
Voorafgaand aan het installeren
•
Controleer de as en de zitting van de tegenring op verontreini-
gingen en beschadigingen (scherpe randen). Reinig de onder-
delen of vervang ze, indien nodig.
•
Controleer alle O-ringen in de mechanische afdichting om te
zorgen dat ze correct gepositioneerd zijn, en corrigeer indien
nodig.
•
Bevochtig alle glijvlakken van de O-ringen met water om wrij-
ving te verminderen.
Montage
1. Plaats voering van achterplaat 0167.00 in tussenring 0346.01.
2. Plaats de O-ring 0412.02 in de afdichtingscartridge 0491.00.
3. Druk de afdichtingscartridge 0491.00 in de tussenring
0346.01.
4. Breng de afdichtingscartridge 0491.00 in de tussenring
0346.01 aan. Gebruik hiervoor veerringen 0934.11 en inbus-
bouten 0920.15.
5. Smeer de contactoppervlakken tussen de tussenring 0346.01
en de Bloc motor 0802.00. Gebruik hiervoor Klüberpaste UH1
96-402.
6. Bevestig de tussenring 0346.01 op de Bloc motor 0802.00.
7. Schuif de montagebus tot aan het verlengde van de as.
8. Plaats de stationaire ring van de mechanische afdichting
0433.01 in de zitting. Gebruik hiervoor een montagebus.
9. Schuif de draairing van de mechanische afdichting 0433.01
op de as 0211.00. Gebruik hiervoor een montagebus.
10. Schuif de stationaire ring van de mechanische afdichting
0433.00 in de zitting op de as. Gebruik hiervoor een montage-
bus.
11. Schuif de draairing van de mechanische afdichting 0433.00
op de afstandsring 0504.09 tot aan de stop.
12. Verwijder de montagebus.
13. Plaats de O-ring 0412.83 in de afstandsring 0504.09. Schuif
de afstandsring 0504.09 op de as 0211.00.
Voor montage van de waaier en het pomphuis raadpleegt u para-
graaf 6.4.10.
0346.01
0491.00
0433.01