Wiellader
2.
Selecteer de rijrichting met de rolschakelaar op de joystick. Raadpleeg
Functie-regeleenheid op pagina 28.
3.
Druk op het gaspedaal (B) om gas te geven.
4.
Druk op het rempedaal (A) om te remmen.
8.6.1
Kruippedaal
Het rempedaal van de machine is een kruippedaal:
•
Door het kruippedaal volledig in te drukken, werkt het pedaal als rem voor de
machine.
•
Door het kruippedaal gedeeltelijk in te drukken, wordt de hydraulische
aandrijving losgekoppeld. Hiermee kan de rijsnelheid worden aangepast terwijl
het motortoerental in stand wordt gehouden.
8.6.2
Kruipen, handgashendel en Pro-Inching
Sommige van deze functies zijn mogelijk niet beschikbaar op uw
machine.
74 Werking
De machine komt mogelijk in beweging wanneer
u de joystick vanuit de neutrale stand naar de
voorwaartse of achterwaartse stand schakelt.
Het is niet toegestaan om deze optionele functies op de
openbare weg te gebruiken.
(optioneel)
®
R1911 - RT210-2 / RT220-2