8.3
De stuurkolom aanpassen
1.
Ga op de bestuurdersstoel zitten.
2.
Trek de hendel (A) naar u toe.
3.
Kantel de stuurkolom (B) naar een positie die voor u geschikt is.
4.
Duw de hendel (A) van u af om de stuurkolom (B) vast te zetten.
8.4
De machine starten
8.4.1
Voorbereiding
1.
Controleer of al het vereiste onderhoud heeft plaatsgevonden en controleer
het oliepeil. Raadpleeg Het oliepeil controleren en olie bijvullen op pagina
113.
2.
Controleer of de bandenspanning juist is. Raadpleeg Banden op pagina 34.
3.
Controleer de hoeveelheid brandstof. Vul indien nodig de brandstof bij;
raadpleeg hiervoor Brandstof toevoegen op pagina 84.
4.
Stel indien nodig de bestuurdersstoel af. Raadpleeg De bestuurdersstoel
afstellen op pagina 70.
5.
Pas indien nodig de positie van de stuurkolom aan. Raadpleeg De
stuurkolom aanpassen op pagina 71.
6.
Doe uw gordel om.
RT210-2 / RT220-2 - R1911
Wiellader
Werking 71