(E)
Minst duidelijk zichtbare verticale strepen
(F)
Meest zichtbare verticale strepen
(2)
Herhaal dezelfde procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen J tot
en met P hebt ingevoerd en druk vervolgens op de knop OK.
(3)
Bevestig het bericht en druk op de knop OK.
Het derde raster wordt afgedrukt.
Belangrijk
Open de inktklep niet terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd.
7.
Kijk naar het derde raster en pas vervolgens de positie van de printkop aan.
(1)
Controleer de afgedrukte rasters en gebruik de knop
nummer in te voeren van het raster met de minst waarneembare horizontale
strepen.
Opmerking
Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale
strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
(G)
Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen
(H)
Duidelijkst zichtbare horizontale strepen
(2)
Herhaal dezelfde procedure totdat u het rasternummer voor de kolommen b tot
en met h hebt ingevoerd en druk vervolgens op de knop OK.
of
113
om in kolom a het