Inhoud Problemen oplossen..........8 Problemen met netwerkcommunicatie.
Pagina 3
De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen....50 Problemen met afdrukken..........51 De afdruktaak wordt niet gestart.
Pagina 4
Kan niet scannen met de juiste afmetingen......... . 100 Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld.
Pagina 5
In andere gevallen..............153 1001.
Problemen oplossen Het apparaat kan niet worden ingeschakeld De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd Papierstoringen Als er een fout optreedt Kan niet afdrukken op het disclabel Zoeken in alle functies Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met afdrukken...
Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met het apparaat tijdens gebruik in een netwerk Een apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Overige problemen met het netwerk...
Problemen met het apparaat tijdens gebruik in een netwerk Het apparaat werkt opeens niet meer Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van het apparaat Afdruksnelheid is laag Kan de kaartsleuf niet gebruiken via het netwerk Het apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan...
Het apparaat werkt opeens niet meer Kan niet communiceren met het apparaat nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Kan niet communiceren met het apparaat via het draadloze LAN Kan niet communiceren met het apparaat via het bedrade LAN U kunt niet afdrukken of scannen of u hebt geen toegang tot de kaartsleuf vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met het apparaat nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd...
Controle 10 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Pagina 13
Wanneer u een draadloos LAN gebruikt, zorgt u dat de toegangscontrole Controle 3 niet is ingesteld op het toegangspunt. Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant voor de procedures voor het aansluiten en installeren van een toegangspunt. Opmerking •...
Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van het apparaat Gebruik het printerstuurprogramma met bidirectionele communicatie. Selecteer Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable bidirectional support) op het tabblad Poorten (Ports) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen...
Afdruksnelheid is laag Het apparaat is mogelijk bezig met het afdrukken of scannen van een grote Controle 1 taak vanaf een andere computer. Als u gebruik maakt van draadloos LAN, zorg er dan voor dat de status van Controle 2 de radiogolven goed is en pas de installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven in de gaten houdt met IJ Network Tool.
Kan de kaartsleuf niet gebruiken via het netwerk Kan de kaartsleuf niet toewijzen Kan de kaartsleuf niet gebruiken Geen toegang tot de kaartsleuf vanwege beveiligingsinstellingen op de computer...
Kan de kaartsleuf niet toewijzen De beschikbare stationsletter kan niet worden geselecteerd in het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) De kaartsleuf kan niet worden toegewezen met IJ Network Tool De beschikbare stationsletter kan niet worden geselecteerd in het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) In dit venster kunt u alleen D tot en met Z selecteren als netwerkstation voor de kaartsleuf.
Pagina 18
IP-adres installeert, moet u deze telkens opnieuw installeren wanneer het adres van het apparaat (IP-adres) wordt gewijzigd. 4. Als het pictogram 'canon_memory' wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Netwerkstation toewijzen (Map Network Drive). 5.
Geen toegang tot de kaartsleuf vanwege beveiligingsinstellingen op de computer Controleer of Lees-/schrijfkenmerk (Read/write attribute) in Controle 1 Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings)is ingesteld op Beschrijfbaar van LAN-pc (Writable from LAN PC). Gebruikersinstellingen apparaat Controleer of de geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst. Controle 2 Als u de kaartsleuf van de printer met meerdere computers via een netwerk Controle 3...
Pagina 20
• Poort 137:139 openen: ◦ Als u Windows 8 of Windows 7 gebruikt: 1. Selecteer Windows Firewall zoals hieronder aangegeven. ■ Selecteer in Windows 8 het Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Systeem en beveiliging (System and Security) > Windows Firewall.
Pagina 21
5. Herhaal de stappen 2 tot en met 4 om de andere poorten te openen (138TCP, 138UDP, 139TCP en 139UDP). 6. Controleer of de poortnamen zijn toegevoegd op het tabblad Uitzonderingen (Exceptions) en klik op OK. Wijzig de naam van de werkgroep in 'WERKGROEP' volgens onderstaande Controle 5 procedure.
Kan de kaartsleuf niet gebruiken Wordt het pictogram van de kaartsleuf weergegeven? Controle 1 Als u de kaartsleuf via het netwerk wilt gebruiken, moet u de kaartsleuf toewijzen als het netwerkstation van de computer. Het pictogram 'canon_memory (\\xxxxxxxxxxxx)' (of 'canon_memory' op 'xxxxxxxxxxxx') met de toegewezen stationsletter wordt weergegeven in Computer (of Deze computer (My Computer)).
Het apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan Wanneer u een toegangspunt vervangt, dient u de netwerkinstallatie van het apparaat opnieuw uit te voeren. Voer de installatie van het netwerk opnieuw uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voer de installatie opnieuw uit volgens de instructies op onze website.
Een apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Kan het apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het draadloze LAN Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het bedrade LAN...
Kan het apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Als het apparaat niet in het netwerk kan worden gedetecteerd wanneer u de netwerkcommunicatie instelt, controleert u de netwerkinstellingen voordat u het apparaat opnieuw detecteert. Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 1 Opmerking •...
Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Zijn het apparaat en het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) ingeschakeld? Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Controleer of het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) is ingeschakeld. Als het apparaat of het netwerkapparaat is uitgeschakeld: Schakel het apparaat of het netwerkapparaat in.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 2 Is de instelling voor draadloos LAN van het apparaat ingeschakeld? Controleer of het Wi-Fi-lampje van het apparaat blauw brandt. Als het Wi-Fi-lampje uit is: De instelling voor draadloos LAN van het apparaat is niet geactiveerd. Activeer de instelling voor draadloos LAN van het apparaat.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3 Is het apparaat verbonden met het toegangspunt? Controleer met het bedieningspaneel van het apparaat of het apparaat verbinding heeft met het toegangspunt. Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) >...
Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 4 Zijn de SSID van het toegangspunt dat met uw computer is verbonden en dat van het apparaat hetzelfde? U kunt de SSID dat voor het apparaat is opgegeven op het aanraakscherm bevestigen. Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) >...
• Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan. * Selecteer win > Driver > DrvSetup in de installatie-cd-rom en stel vervolgens de beveiligingssoftware zo in dat het bestand Setup.exe of Setup64.exe toegang heeft tot het netwerk.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 6 Controleer de instellingen van het toegangspunt. Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of de DHCP-functie. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren van de instellingen van het toegangspunt.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 1 Is de LAN-kabel aangesloten en zijn het apparaat en de router ingeschakeld? Zorg dat de LAN-kabel is aangesloten. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Controleer of de router is ingeschakeld.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 2 Zijn de computer en de router geconfigureerd en kan de computer verbinding maken met het netwerk? Controleer of u webpagina's kunt zien op de computer. Als u geen webpagina's kunt zien: Klik op Annuleren (Cancel) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om het instellen van de netwerkcommunicatie te annuleren.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 3 Is de instelling voor bedraad LAN van het apparaat ingeschakeld? Controleer de instelling voor bedraad LAN van het apparaat met het bedieningspaneel van het apparaat. Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) >...
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 4 Is het apparaat verbonden met de router? Controleer met het bedieningspaneel van het apparaat of het apparaat is verbonden met de router. Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) >...
• Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan. * Selecteer win > Driver > DrvSetup in de installatie-cd-rom en stel vervolgens de beveiligingssoftware zo in dat het bestand Setup.exe of Setup64.exe toegang heeft tot het netwerk.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 6 Controleer de instellingen van de router. Controleer de instellingen van de router voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of DHCP-functie. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij de router is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren van de instellingen van de router.
Wanneer u IJ Network Tool gebruikt, klikt u op Bijwerken (Update) om Controle 5 nogmaals naar de printer te zoeken. Venster Canon IJ Network Tool Als u zoekt naar een printer via een netwerk, moet u controleren of het Controle 6 apparaat is gekoppeld aan de poort.
Pagina 39
Controle 13 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het bedrade LAN Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Is Draadloos/bedraad wijzigen (Change wireless/wired) in LAN- Controle 2 instellingen (LAN settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) ingesteld op LAN uitschakelen (Disable LAN)? LAN-instellingen Zorg dat de LAN-kabel correct is aangesloten.
Overige problemen met het netwerk Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven U bent het beheerderswachtwoord van het apparaat vergeten Informatie over het netwerk controleren Er worden regelmatig pakketten verzonden De wijzigingsdatum van bestanden verandert wanneer de bestanden worden opgeslagen op de geheugenkaart via het netwerk De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen...
Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/ WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het installeren van een toegangspunt.
Pagina 43
Opmerking • Dit apparaat ondersteunt WPA-PSK (WPA-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2-Persoonlijk).
Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven Het venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) wordt weergegeven tijdens de installatie Het venster voor het instellen van de codering wordt weergegeven nadat het toegangspunt is geselecteerd in het venster Zoeken (Search) "U verbindt het apparaat met een niet gecodeerd draadloos netwerk"...
U bent het beheerderswachtwoord van het apparaat vergeten De LAN-instellingen initialiseren. De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen Na de initialisatie van de LAN-instellingen voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven met IJ Network Tool, selecteert u Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View). Venster Canon IJ Network Tool Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.
• In Windows 7, Windows Vista of Windows XP klikt u op Start > Alle programma´s (All Programs) > Bureau-accessoires (Accessories) > Opdrachtprompt (Command Prompt). 2. Voer de pingopdracht en het IP-adres van de doelprinter of het doeltoegangspunt in en druk dan op Enter.
IJ Network Scanner Selector EX uit. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram in het berichtenvak op het bureaublad en selecteer vervolgens Canon IJ Network Scanner Selector EX uitschakelen (Disable Canon IJ Network Scanner Selector EX) om IJ Network Scanner Selector EX uit te schakelen.
De wijzigingsdatum van bestanden verandert wanneer de bestanden worden opgeslagen op de geheugenkaart via het netwerk Is IJ Network Scanner Selector EX actief? Controle Als u via een netwerk bestanden schrijft naar een geheugenkaart terwijl IJ Network Scanner Selector EX niet actief is, zal de wijzigingsdatum van de bestanden worden gewijzigd.
De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen Belangrijk • Houd er rekening mee dat bij initialisatie alle netwerkinstellingen op het apparaat worden gewist en dat afdrukken of scannen vanaf een computer via een netwerk wellicht niet meer mogelijk is. Als u het apparaat via een netwerk wilt uitvoeren, voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Kan niet afdrukken op het disclabel Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
Controle 5 printerstuurprogramma correct? Als u speciaal papier van een andere fabrikant dan Canon gebruikt, moet u het juiste mediumtype of paginaformaat selecteren in het printerstuurprogramma. Controleer de instellingen aan de hand van de onderstaande procedure en probeer opnieuw af te drukken.
Pagina 53
3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
Pagina 54
Klik in Windows 7, Windows Vista of Windows XP op Start en selecteer Alle programma's (All programs), Canon Utilities, Canon My Printer, Canon My Printer en Printerdiagnose en -herstel (Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste printerpoort in te stellen en selecteer de naam van uw apparaat.
Papierstoringen Als papier is vastgelopen, wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. • Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het computerscherm: • Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het aanraakscherm: Zie de Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) voor informatie over het verwijderen...
Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst. •...
Pagina 57
Controleer of de binnenklep (de klep van de disclade) volledig is gesloten. Controle 6 Het papier wordt niet correct ingevoerd als de binnenklep ook maar een beetje is geopend. Een afdrukbare disc plaatsen Reinig de papierinvoerrol. Controle 7 De papierinvoerrol reinigen Opmerking •...
Zie Een afdrukbare disc plaatsen voor meer informatie over het plaatsen van de disclade. Er kan een niet-herkende disc zijn geplaatst. Controle 2 Canon raadt aan discs te gebruiken die speciaal zijn behandeld om te worden bedrukt met een inkjetprinter. Disclade geblokkeerd Trek de disclade voorzichtig naar buiten.
Pagina 59
Nadat de disclade naar buiten is getrokken, plaatst u de disclade (met op de bovenzijde een 'J') opnieuw en probeert u nogmaals af te drukken. Plaats de afdrukbare disc op de juiste manier, zoals wordt beschreven in Een afdrukbare disc plaatsen. Als de disclade nog steeds vastzit, controleert u of er een probleem met de afdrukbare disc is.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Is de instelling voor automatisch dubbelzijdig afdrukken geselecteerd? Controle 1 Zorg dat de selectievakjes Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) en Automatisch (Automatic) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma zijn ingeschakeld. Dubbelzijdig afdrukken Controleer of het huidige papierformaat geschikt is voor automatisch Controle 2 dubbelzijdig afdrukken.
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is de binnenklep (de klep van de disclade) geopend tijdens het afdrukken op Controle 1 papier? Sluit de binnenklep en tik vervolgens op OK op het aanraakscherm. Is er papier geplaatst? Controle 2 Zorg dat er papier is geplaatst.
Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
Pagina 64
U kunt deze instellingen niet opgeven op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN). Als het probleem nog niet is opgelost, kunnen er andere oorzaken zijn. Controle 3 Zie ook de volgende gedeelten: De afdruktaak wordt niet voltooid Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen Lijnen worden verkeerd afgedrukt Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt...
De afdruktaak wordt niet voltooid Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Als u automatisch dubbelzijdig afdrukt, kan het probleem worden veroorzaakt Controle door het onderstaande. Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruikt, is het afdrukgebied boven aan de pagina 2 mm / 0,08 inch smaller dan normaal. Dit betekent dat de onderzijde van de pagina mogelijk niet wordt afgedrukt.
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren Witte strepen...
Pagina 68
Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank als de inkt op is. Controle 2 Een inkttank vervangen Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd? Controle 3 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het Y-vormige luchtgat vrij is zoals is weergegeven bij (A).
Pagina 69
Is de glasplaat vuil? Controle 6 Reinig de glasplaat. De glasplaat en de documentklep reinigen Zorg dat het origineel correct op de glasplaat is geplaatst. Controle 7 Originelen plaatsen Is het origineel met de te kopiëren zijde omlaag op de glasplaat geplaatst? Controle 8 Hebt u een afdruk gekopieerd die met dit apparaat is gemaakt? Controle 9...
Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge gebruikt? Controle 1 Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken. Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot? Controle 2 Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het...
Afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het volgende: Controle 2 •...
Pagina 75
1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven. 2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen.
Pagina 76
Zie Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen voor informatie over het openen van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u Controle 5 opnieuw af te drukken. Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit, absorbeert het papier mogelijk te veel inkt.
Pagina 77
3. Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en vervolgens op Aangepaste instellingen (Custom Settings). 4. Stel de gewenste wachttijd in met behulp van de schuifregelaar Droogtijd inkt (Ink Drying Wait Time) en klik vervolgens op OK. 5. Bevestig het bericht en klik op OK.
Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Is de papierinvoerrol vuil? Controle 2 Reinig de papierinvoerrol. De papierinvoerrol reinigen Opmerking • Het reinigen van de papierinvoerrol veroorzaakt slijtage van de rol. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is.
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk Is papier met het juiste formaat geplaatst? Controle De verticale lijnen worden mogelijk afgedrukt in de marge als het formaat van het geplaatste papier groter is dan het opgegeven formaat. Stel het juiste papierformaat in voor het geplaatste papier.
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Pagina 81
Als het probleem nog niet is verholpen na een diepte-reiniging van de printkop, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Lijn de printkop uit. Controle 3 De printkop uitlijnen Opmerking • Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De printkop handmatig uitlijnen.
Er wordt geen inkt toegevoerd Is de inkt op? Controle 1 Controleer de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het aanraakscherm en neem de juiste maatregelen om het probleem op te lossen. Lijst met ondersteuningscodes Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd? Controle 2 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het Y-vormige luchtgat vrij is zoals is weergegeven bij (A).
Problemen met scannen De scanner werkt niet ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Lage scansnelheid Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is De computer loopt vast tijdens het scannen De scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows is uitgevoerd...
De scanner werkt niet Controle 1: zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 2: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer. Controle 3: als de USB -kabel is aangesloten op een USB-hub, maakt u de kabel los van de USB -hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de computer.
ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Controle 1: zorg dat MP Drivers is geïnstalleerd. Installeer MP Drivers vanaf de installatie-cd-rom of van de webpagina als het programma nog niet is geïnstalleerd. Controle 2: selecteer uw scanner of printer in het menu van de toepassing.
Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Controle 1: zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 2: zet de scanner of printer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan en sluit het netsnoer weer aan. Controle 3: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer.
Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Controle 1: controleer of de items correct zijn geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controle 2: controleer of u één item goed kunt scannen. Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten.
Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Controle 1: controleer of de items correct zijn geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controle 2: mogelijk wordt scannen van meerdere items niet ondersteund. Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten.
Lage scansnelheid Controle 1: als u de afbeelding wilt weergeven op een monitor, stelt u de uitvoerresolutie in op ongeveer 150 dpi. Voor afdrukken stelt u de resolutie in op ongeveer 300 dpi. Resolutie Controle 2: stel Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain Correction) en dergelijke in op Geen (None).
Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is Controle 1: sluit andere toepassingen en probeer het opnieuw. Controle 2: verlaag de resolutie of het uitvoerformaat en voer de scan opnieuw uit. Resolutie...
De computer loopt vast tijdens het scannen Controle 1: start de computer opnieuw op, verlaag de uitvoerresolutie in ScanGear (scannerstuurprogramma) en scan het document nogmaals. Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor uitvoer' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding. Controle 2: verwijder onnodige bestanden om voldoende ruimte op de vaste schijf vrij te maken en voer de scan opnieuw uit.
Klik op de charm Instellingen (Settings) > Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's (Programs) > Een programma verwijderen (Uninstall a program). Dubbelklik op Canon IJ Scan Utility. Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd. Klik op OK wanneer het verwijderen is voltooid.
Pagina 94
Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's toevoegen of verwijderen (Add or Remove Programs). Selecteer Canon IJ Scan Utility en klik vervolgens op Wijzigen/verwijderen (Change/Remove). Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
De gescande afbeelding kan niet worden geopend Controle: als de gegevensindeling niet door de toepassing wordt ondersteund, scant u de afbeelding opnieuw en selecteert u een veelgebruikte gegevensindeling zoals JPEG bij het opslaan. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing.
Scanresultaten niet naar behoren Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Kan niet scannen met de juiste afmetingen Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het...
Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht Controle 1: verhoog de scanresolutie als de afbeelding rafelig Resolutie Controle 2: stel het weergaveformaat in op 100%. In bepaalde toepassingen worden te kleine weergaveformaten niet duidelijk weergegeven. Controle 3: als moiré (streeppatroon) ontstaat, neemt u de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw.
Pagina 98
Raadpleeg de Help van Windows of de handleiding van het beeldscherm voor informatie over het controleren van de kleurdiepte van het beeldscherm. Controle 5: maak de glasplaat en de documentklep schoon. Controle 6: als het document in slechte staat is (bijvoorbeeld vuil of vervaagd), gebruikt u Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches), Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain Correction) en...
De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Controle: geef het scangebied op. Klik op (Automatisch bijsnijden) in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) om automatisch het bijsnijdkader (scangebied) voor de toepasselijke itemgrootte weer te geven. U kunt het scangebied ook handmatig opgeven in de miniatuurweergave, of wanneer er witte marges rond het item zijn (bijvoorbeeld op foto's) of wanneer u aangepaste bijsnijdkaders wilt maken.
Bij scannen vanaf het bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Controle 1: controleer of de items correct zijn geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controle 2: controleer of de instellingen overeenkomen met het te scannen item.
Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef Controle: als Document of Tijdschrift (Magazine) als type item is geselecteerd deselecteert u het selectievakje Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) en scant u het item opnieuw. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm Controle 1: wijzig de weergave-instelling in de toepassing. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing. Opmerking U kunt het afbeeldingsformaat niet verkleinen in Paint.
De e-mailclient die u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in het scherm waarin u een e-mailclient kunt selecteren Controle: controleer of de MAPI van de e-mailclient is ingeschakeld. Raadpleeg de handleiding van de e-mailclient voor het instellen van MAPI. Als het probleem niet is opgelost wanneer MAPI is ingeschakeld, selecteert u Geen (handmatig toevoegen) (None (Attach Manually)) in het scherm voor het selecteren van een e-mailclient en wijst u de afbeelding handmatig aan de uitgaande e-mail toe.
Problemen met het apparaat Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Kan niet communiceren met het apparaat met een USB-verbinding Het display van het aanraakscherm is volledig onzichtbaar Er wordt een ongewenste taal weergegeven op het aanraakscherm Een geheugenkaart kan niet worden verwijderd Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen...
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Raak de knop AAN (ON) aan. Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting is bevestigd en zet Controle 2 vervolgens het apparaat weer aan. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Wacht ten minste twee Controle 3 minuten, doe de stekker van het apparaat vervolgens weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Schakel de instelling uit om het apparaat automatisch uit te schakelen. Controle Als u de instelling om het apparaat automatisch uit te schakelen activeert, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld als de tijd is verstreken die u hebt opgegeven. Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, opent u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en selecteert u Uitschakelen (Disable) voor Printer automatisch uit (Auto Power Off) bij Printer automatisch aan/uit (Auto Power) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt het apparaat langzamer, op de snelheid van USB 1.1.
Kan niet communiceren met het apparaat met een USB-verbinding Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Zorg dat de USB-kabel correct is aangesloten. Controle 2 Zie Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel voor een correcte aansluiting van de USB- kabel.
Het display van het aanraakscherm is volledig onzichtbaar • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje niet brandt: Het apparaat is niet ingeschakeld. Sluit het netsnoer aan en raak de knop AAN (ON) aan. • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt: Mogelijk staat het aanraakscherm in de schermbeveiligingsmodus. Tik op het aanraakscherm.
Er wordt een ongewenste taal weergegeven op het aanraakscherm Selecteer de taal die u wilt weergeven met behulp van de volgende procedure. 1. Raak de knop HOME aan en wacht ongeveer 5 seconden. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup).
Een geheugenkaart kan niet worden verwijderd Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk • Probeer nooit een geheugenkaart te verwijderen met een staafje of een pincet. Daardoor kan het apparaat beschadigd raken. Opmerking • Voor de volgende geheugenkaarten zijn speciale adapters vereist. Plaats deze kaarten met de bijbehorende adapter in het apparaat.
Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen Is het AAN/UIT (POWER)-lampje uit? Controle 1 Controleer of het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt. De printkophouder kan zich uitsluitend verplaatsen wanneer de printer is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is, sluit u het bedieningspaneel en zet u het apparaat aan. Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert.
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven Is de printer statusmonitor ingeschakeld? Controle Zorg dat Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu Optie (Option) van de printerstatusmonitor. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 2.
Als het verlengstuk van de uitvoerlade losraakt Als het verlengstuk van de uitvoerlade losraakt, is de papieruitvoerlade niet correct gesloten. Opmerking • Het verlengstuk van de uitvoerlade raakt gemakkelijk los om te voorkomen dat dit beschadigd raakt. Houd de papieruitvoerlade vast en verplaats langzaam het verlengstuk van uitvoerlade totdat dit vastklikt.
Problemen met installeren/downloaden Kan MP Drivers niet installeren Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet weergegeven MP Drivers bijwerken in een netwerkomgeving IJ Network Tool verwijderen...
Kan MP Drivers niet installeren • Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de installatie-cd-rom in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst: Start de installatie met behulp van de volgende procedure. 1. Selecteer items zoals hieronder aangegeven. ◦ Selecteer bij Windows 8 het pictogram Verkenner (Explorer) in de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop) en selecteer vervolgens Computer in de lijst aan de linkerkant.
Pagina 119
Opmerking • De printer is niet gedetecteerd. Controleer de verbinding. (The printer is not detected. Check the connection.) kan mogelijk worden geselecteerd, afhankelijk van de computer die u gebruikt. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de Controle 1 computer.
Controle 1 (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer? Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw computer geïnstalleerd. Installeer de meeste recente versie van Easy-WebPrint EX op uw computer vanaf onze website.
MP Drivers bijwerken in een netwerkomgeving Download eerst de nieuwste MP Drivers. U verkrijgt de nieuwste MP Drivers door vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers voor uw model te downloaden. Nadat u MP Drivers hebt verwijderd, installeert u de nieuwste MP Drivers volgens de normale procedure. Als het venster voor de selectie van de verbindingsmethode wordt weergegeven, selecteert u De printer met een draadloze LAN-verbinding gebruiken (Use the printer with wireless LAN connection) of Gebruik de printer met bedrade LAN-verbinding (Use the printer with wired LAN connection)
1. Selecteer Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Programma´s (Programs) > Programma´s en eigenschappen (Programs and Features). 2. Selecteer Canon IJ Network Tool uit de programmalijst en klik vervolgens op Verwijderen (Uninstall). Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u op Doorgaan (Continue).
Informatie over weergegeven fouten/berichten Als er een fout optreedt Een bericht verschijnt op het scherm Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN)
Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in het apparaat is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als een fout optreedt, wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm of het aanraakscherm weergegeven.
Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer of het aanraakscherm weergegeven. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
Pagina 126
• Het scherm Details wordt niet weergegeven voor het PDF-bestand dat u wilt afdrukken. • Andere tekens dan de apparaatnaam, IJ Scan Utility of My Image Garden worden weergegeven bij Gemaakt met (Created with) op het scherm Details. • '?' wordt weergegeven in het voorbeeldscherm. ◦...
Faxes). 3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
Pagina 128
Zorg dat voor Afdrukken naar de volgende poort(en) (Print to the following port(s)) een poort met de naam 'USBnnn' (waarbij 'n' een getal is) is geselecteerd, waarbij 'Canon XXX Printer' wordt weergegeven in de kolom Printer. Opmerking • Wanneer het apparaat via een LAN wordt gebruikt, wordt de poortnaam van het apparaat weergegeven als CNBJNP_xxxxxxxxxx.
Verwijder de MP Drivers aan de hand van de procedure in Onnodige MP Drivers verwijderen. Installeer vervolgens de MP Drivers opnieuw met de installatie-cd-rom of vanaf onze website. Als het apparaat met een USB-kabel op de computer is aangesloten, Controle 5 controleert u de status van het apparaat op de computer.
Het venster Inkjetprinter/Scanner/Fax - Extended Survey Program wordt weergegeven Als Inkjetprinter/Scanner/Fax - Uitgebreid onderzoeksprogramma (Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program) is geïnstalleerd, verschijnt er een bevestigingsvenster waarin wordt gevraagd of u ermee akkoord gaat dat gedurende ongeveer tien jaar elke maand gegevens over het gebruik van de printer en de toepassing worden weergegeven.
Pagina 131
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen op het scherm. 2. Selecteer Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program. 3. Selecteer Wijzigen (Change). Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt het bevestigingsvenster weergegeven bij het volgende onderzoek.
Opmerking • In dit gedeelte worden de fouten beschreven die kunnen worden weergegeven op PictBridge- compatibele apparaten (draadloos LAN) van het merk Canon. De foutberichten en procedures kunnen afwijken, afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt. Controleer voor PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van andere merken dan Canon de ondersteuningscode (foutnummer) op het aanraakscherm en voer de juiste handelingen uit om de fout te verhelpen.
Pagina 133
Als bovenstaande niet van toepassing is, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het aanraakscherm en neemt u de juiste maatregelen om het probleem op te lossen. Lijst met ondersteuningscodes Papierstoring Selecteer Stoppen (Stop) op het scherm van het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN) om te stoppen met afdrukken.
Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van het apparaat of met het servicecentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
Lijst met ondersteuningscodes (MG7110, MG7120, MG7140, MG7150, MG7160, MG7170, MG7180) Als zich een fout voordoet, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het aanraakscherm en het computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het aanraakscherm of het computerscherm en voert u vervolgens de nodige stappen uit.
Pagina 136
6920 6921 6930 6931 6932 6933 6934 6935 6936 6937 6938 6940 6941 6942 6943 6944 6945 6946 6B10 6B20 • A000 tot ZZZZ B200 C000 Bij de ondersteuningscode voor vastgelopen papier kunt u ook Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) raadplegen.
Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. • Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf: 1300 • Als het papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken: 1304 •...
Pagina 138
1300 Oorzaak Papier is vastgelopen in de papieruitvoersleuf. Actie Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Raak in dat geval de knop Stoppen (Stop) aan om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Pagina 139
1304 Oorzaak Papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken. Actie Als het papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Raak in dat geval de knop Stoppen (Stop) aan om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Pagina 140
Opmerking • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan. • Als u het papier er niet uit kunt trekken, opent u de papieruitvoerlade. 4. Bevestig de transporteenheidklep. Plaats de transporteenheidklep op de achterzijde van het apparaat. 5. Maak de achterklep vast. Plaats de achterklep op de achterzijde van het apparaat.
Pagina 141
9. Bevestig de cassettes op het apparaat en tik op OK op het aanraakscherm. Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Pagina 142
1311 Oorzaak Het papier in de cassette (bovenste) is vastgelopen. Actie Als het papier in de cassette (bovenste) is vastgelopen, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Raak in dat geval de knop Stoppen (Stop) aan om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Pagina 143
Opmerking • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan. • Als u het papier er niet uit kunt trekken, opent u de papieruitvoerlade. 4. Bevestig de transporteenheidklep. Plaats de transporteenheidklep op de achterzijde van het apparaat. 5. Maak de achterklep vast. Plaats de achterklep op de achterzijde van het apparaat.
Pagina 144
9. Bevestig de cassettes op het apparaat en tik op OK op het aanraakscherm. Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Pagina 145
1312 Oorzaak Het papier in de cassette (onderste) is vastgelopen. Actie Als het papier in de cassette (onderste) is vastgelopen, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Raak in dat geval de knop Stoppen (Stop) aan om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Pagina 146
Als u het papier niet kon verwijderen in stap 2: 4. Verwijder de bovenste en onderste cassette. 5. Trek het papier er langzaam uit. 6. Als het papier uit de cassettesteekt, verwijdert u het papier en plaatst u dit opnieuw, waarbij u de randen van de vellen uitlijnt.
1313 Oorzaak Het papier is vastgelopen terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok. Actie Als het papier is vastgelopen terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Belangrijk •...
Pagina 148
Opmerking • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan. • Als u het papier er niet uit kunt trekken, opent u de papieruitvoerlade. 4. Bevestig de transporteenheidklep. Plaats de transporteenheidklep op de achterzijde van het apparaat. 5. Maak de achterklep vast. Plaats de achterklep op de achterzijde van het apparaat.
Pagina 149
8. Als het papier uit de cassettesteekt, verwijdert u het papier en plaatst u dit opnieuw, waarbij u de randen van de vellen uitlijnt. Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.
Papier is vastgelopen in het apparaat Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of als het vastgelopen papier in het apparaat blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
Pagina 151
4. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 5. Trek het papier er langzaam uit, zodat het niet scheurt. Houd het papier in een hoek van ongeveer 45 graden vast en trek het voorzichtig naar buiten. 6.
Pagina 152
• Is het stukje papier achtergebleven in de ruimte rechts of links (C) in het apparaat? 7. Sluit het bedieningspaneel langzaam. Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd. Druk de taken zo nodig opnieuw af. Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.
In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Zijn de transporteenheidklep en de achterklep correct bevestigd? Controle 2 Is het papier gekruld? Controle 3 Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
Pagina 154
1001 Oorzaak Er is geen disclade. Actie Wanneer u afdrukt op afdrukbare discs (BD/dvd/cd), gebruikt u de disclade die bij dit apparaat is meegeleverd (op de bovenzijde staat een 'J'). Plaats een afdrukbare disc in de disclade, bevestig de disclade op het apparaat en tik daarna op OK op het aanraakscherm.
Pagina 155
1002 Oorzaak Geen afdrukbare (BD/dvd/cd, enzovoort) disc geplaatst. Actie Wanneer u afdrukt op afdrukbare discs gebruikt u de disclade die bij dit apparaat is meegeleverd (op de bovenzijde staat een 'J'). Plaats een afdrukbare disc in de disclade, bevestig de disclade op het apparaat en tik daarna op OK op het aanraakscherm.
Pagina 156
1007 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Het papier in de cassette (bovenste) is op. • De papierbron is onjuist. • Het papier is niet goed geplaatst. Actie Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven. • Plaats papier in de cassette (bovenste). •...
Pagina 157
1008 Oorzaak Mogelijke oorzaken zijn: • Het papier in de cassette (onderste) is op. • De papierbron is onjuist. • Het papier is niet goed geplaatst. Actie Neem de juiste actie zoals hieronder wordt beschreven. • Plaats papier in de cassette (onderste). •...
Pagina 158
1200 Oorzaak Het bedieningspaneel is geopend. Actie Sluit het bedieningspaneel en wacht even. Sluit het paneel niet terwijl u een inkttank vervangt.
Pagina 159
1253 Oorzaak De papieruitvoerlade ging niet open. Actie Open de papieruitvoerlade en tik vervolgens op OK op het aanraakscherm.
Pagina 160
1310 Oorzaak Het formaat van het papier is mogelijk niet compatibel met automatisch dubbelzijdig afdrukken. Actie De mediumformaten die geschikt zijn voor automatisch dubbelzijdig afdrukken zijn A4, Letter, A5, B5 en Hagaki. Zorg dat papier met een correct formaat in het apparaat is geplaatst. Als u tikt op OK op het aanraakscherm, wordt het papier uitgevoerd en wordt het afdrukken opnieuw gestart vanaf de voorzijde van het volgende vel papier.
Pagina 161
1401 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 162
1403 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 163
1405 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 164
1410 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan de lamp niet aan staat.
Pagina 165
1411 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan de lamp niet aan staat.
Pagina 166
1412 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan de lamp niet aan staat.
Pagina 167
1413 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan de lamp niet aan staat.
Pagina 168
1414 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan de lamp niet aan staat.
Pagina 169
1415 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan de lamp niet aan staat.
Pagina 170
1600 Oorzaak Als het lampje op de inkttank knippert, is de inkt wellicht op. Actie Aanbevolen wordt de inkttank te vervangen. Als het apparaat bezig is met een afdruktaak en u wilt doorgaan met afdrukken, tikt u op OK op het apparaat terwijl de inkttank is geïnstalleerd.
Pagina 171
1660 Oorzaak De inkttank is niet geïnstalleerd. Actie Installeer de inkttank.
Pagina 172
1680 Oorzaak Sommige inkttanks zijn niet op de juiste plaats geïnstalleerd. (Het lampje op de inkttank knippert.) Actie Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen zijn geïnstalleerd.
Pagina 173
1681 Oorzaak Er zijn meerdere inkttanks met dezelfde kleur geïnstalleerd. (Het lampje op de inkttank knippert.) Actie Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen zijn geïnstalleerd.
Pagina 174
Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking van of schade aan de machine veroorzaakt door opnieuw gevulde inkttanks.
Pagina 175
1684 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inkttank mogelijk niet correct is geïnstalleerd of mogelijk niet compatibel is met dit apparaat. Installeer de juiste inkttank. Als u het afdrukken wilt annuleren, raakt u de knop Stoppen (Stop) op het apparaat aan.
Pagina 176
Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
Pagina 177
1700 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 178
1701 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 179
1710 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 180
1711 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 181
1830 Oorzaak Er is een bepaalde periode verstreken tijdens het bedrukken van een disclabel. Actie Als een bepaalde periode is verstreken tijdens het bedrukken van een disclabel, wordt het initialiseren van het apparaat gestopt. Tik op OK op het aanraakscherm om de initialisatie van het apparaat te hervatten. Probeer de bewerking nogmaals door de aanwijzingen op het aanraakscherm te volgen.
Pagina 182
1850 Oorzaak De binnenklep (de klep van de disclade) is gesloten. Actie Open de binnenklep wanneer het bedieningspaneel is gesloten, bevestig de disclade op de juiste manier en tik op OK op het aanraakscherm om de fout te wissen.
Pagina 183
1851 Oorzaak De binnenklep (de klep van de disclade) is geopend. Actie Sluit de binnenklep wanneer u begint met afdrukken (niet bij het bedrukken van disclabels). Sluit de binnenklep en tik vervolgens op OK op het aanraakscherm.
Pagina 184
1855 Oorzaak De binnenklep (de klep van de disclade) werd gesloten. Actie Open de binnenklep wanneer het bedieningspaneel is gesloten en tik op OK op het aanraakscherm om de fout te wissen. Open of sluit de binnenklep niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Daardoor kan het apparaat beschadigd raken.
Pagina 185
1856 Oorzaak De binnenklep (de klep van de disclade) is geopend. Actie Sluit de binnenklep wanneer u afdrukt (niet bij het bedrukken van disclabels). Sluit de binnenklep en tik vervolgens op OK op het aanraakscherm. Open of sluit de binnenklep niet als er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Daardoor kan het apparaat beschadigd raken.
Pagina 186
1857 Oorzaak De binnenklep (de klep van de disclade) is geopend wanneer u begint met bedrukken van disclabels. Actie Sluit de binnenklep van het apparaat wanneer u begint met bedrukken van disclabels. Sluit de binnenklep wanneer het bedieningspaneel is gesloten en tik op OK op het aanraakscherm om de fout te wissen.
Pagina 187
1858 Oorzaak De binnenklep (de klep van de disclade) is geopend nadat de inkttank is vervangen. Actie Nadat de inkttank vervangen is, sluit u de binnenklep en het bedieningspaneel. Tik op OK op het aanraakscherm van het apparaat om de fout te wissen.
2100 Oorzaak Er is papier geplaatst dat groter is dan het papierformaat in de afdrukinstellingen. Actie Controleer het formaat van het geplaatste papier en tik op OK op het aanraakscherm van het apparaat. Het aanraakscherm wordt als volgt weergegeven. Plaats indien nodig het papier opnieuw en kies wat u wilt doen. Belangrijk •...
Pagina 189
2101 Oorzaak Er is papier geplaatst dat kleiner is dan het papierformaat in de afdrukinstellingen. Actie Controleer het formaat van het geplaatste papier en tik op OK op het aanraakscherm van het apparaat. Het aanraakscherm wordt als volgt weergegeven. Plaats indien nodig het papier opnieuw en kies wat u wilt doen.
Pagina 190
2102 Oorzaak Het apparaat heeft gedetecteerd dat het papier is ingevoerd en aan een kant is uitgelijnd. Actie Plaats het papier in het midden van de cassette en schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier. Plaats de cassette en tik vervolgens op OK op het aanraakscherm van het apparaat om de fout te wissen.
Pagina 191
2103 Oorzaak Het apparaat kan het papierformaat niet detecteren. Actie Raak de knop Stoppen (Stop) op het apparaat aan om de fout te wissen en probeer nogmaals af te drukken. Als de fout zich blijft voordoen, zelfs nadat u opnieuw hebt afgedrukt, stelt u het apparaat met het bedieningspaneel, het printerstuurprogramma of externe gebruikersinterface zodanig in dat de papierbreedte niet wordt gedetecteerd.
Pagina 192
Druk op OK op het aanraakscherm om de fout op te heffen en voer de volgende stappen uit. • Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om de status van de printkop te controleren. • Plaats een vel van het formaat A4/Letter Canon Matglans Foto Papier MP-101 en voer de automatische uitlijning van de printkop opnieuw uit.
Pagina 193
2700 Oorzaak Er zijn enkele fouten opgetreden tijdens het kopiëren en er is een bepaalde tijd verstreken. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om de fout te annuleren en probeer opnieuw te kopiëren.
Pagina 194
De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. Actie Wanneer u de inhoud op CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, bevestigt u het bericht op het computerscherm, controleert u of voor alle kleuren originele Canon-inkttanks correct zijn geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
Pagina 195
4101 Oorzaak Het apparaat ondersteunt geen afdrukken op het opgegeven papierformaat. Actie Raak de knop Stoppen (Stop) aan, geef het juiste papierformaat op en druk nogmaals af. Als u op het papier van niet-standaardformaat afdrukt, kunt u binnen de volgende marges een aangepast formaat opgeven.
Pagina 196
4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige instelling voor het papierformaat. Actie Raak de knop Stoppen (Stop) op het apparaat aan om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de instelling voor het papierformaat en druk nogmaals af.
Pagina 197
5011 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 198
5012 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 199
5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Verwijder het vastgelopen papier of beschermend materiaal waardoor de beweging van de printkophouder wordt belemmerd, en schakel het apparaat weer Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 200
5101 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Verwijder het beschermend materiaal waardoor de beweging van de printkophouder wordt belemmerd, en schakel het apparaat uit en weer in. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 201
5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 202
5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 203
5B00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 204
5B01 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 205
5B10 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 206
5B11 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 207
5C00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 208
5C20 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 209
6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 210
6001 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Open de papieruitvoerlade als deze gesloten is. Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 211
6002 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Open de papieruitvoerlade als deze gesloten is. Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 212
6500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 213
6502 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 214
6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 215
6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 216
6900 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 217
6901 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 218
6902 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 219
6910 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 220
6911 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 221
6920 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 222
6921 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 223
6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 224
6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 225
6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 226
6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 227
6934 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 228
6935 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 229
6936 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 230
6937 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 231
6938 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 232
6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 233
6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 234
6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 235
6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 236
6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 237
6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 238
6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 239
6B10 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 240
6B20 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 241
B200 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 242
C000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.