4
Uitwerpknop: Druk op de uitwerpknop om de computer van het dockingstation los te koppelen.
5
Geleider: Gebruik de geleider om de computer uit te lijnen met het dockingstation.
6
Aansluiting dockingstation: Sluit het dockingstation op de computer aan.
7
Systeemslot: Gebruik het systeemslot om de uitwerpknop te blokkeren of te ontgrendelen.
• In de vergrendelde stand is de uitwerpknop vergrendeld en kunt u de computer niet koppelen of
loskoppelen.
• In de ontgrendelde stand is de uitwerpknop ontgrendeld en kunt u de computer koppelen of loskoppelen.
1
Always On USB 2.0-aansluiting: Sluit USB-compatibele apparaten aan of laad bepaalde mobiele, digitale
apparaten en smartphones op.
2
USB 2.0-aansluitingen
3
USB 3.0-aansluitingen
Sluit USB-compatibele apparaten aan, zoals een USB-toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of
USB-printer.
4
Ethernet-poort: Sluit het dockingstation aan op een ethernet-LAN.
Opmerking: Als uw computer is aangesloten aansluit op het dockingstation, moet u altijd de Ethernet-poort
of de aansluitingen voor externe beeldschermen op het dockingstation gebruiken. Gebruik niet de
aansluitingen op de computer.
5
Netvoedingsaansluiting: Sluit de netvoedingsadapter aan.
®
6
DisplayPort
-aansluiting: Hierop kunt u een high-performance beeldscherm, een direct-drive
beeldscherm of een ander apparaat aansluiten dat gebruikmaakt van een DisplayPort-aansluiting.
7
DVI-aansluiting: Sluit een beeldscherm aan dat een DVI-aansluiting (Digital Visual Interface) ondersteunt.
Opmerking: De DVI-aansluiting kent alleen een digitale interface. Deze aansluiting kan alleen worden
gebruikt bij computers die een DVI-verbinding ondersteunen.
.
Hoofdstuk 3
De computer uitbreiden
45