Als de computer eenmaal geconfigureerd en operationeel is, hebt u dankzij de software- en
beheervoorzieningen die al op de clientcomputer en op het netwerk aanwezig zijn, voortdurend controle over
uw gehele systeem.
Desktop Management Interface
Het UEFI BIOS van uw computer biedt ondersteuning voor een interface met de naam System Management
BIOS (SMBIOS) Reference Specification, versie 2.8 of hoger. SMBIOS geeft informatie over de
hardwarecomponenten van de computer. Het UEFI BIOS heeft als taak om informatie over zichzelf en over
de apparatuur op de systeemplaat te leveren. Deze specificatie documenteert de standaarden voor toegang
tot de BIOS-informatie.
PXE-technologie
De Preboot eXecution Environment (PXE)-technologie vereenvoudigt het pc-beheer doordat deze u de
mogelijkheid biedt om computer vanaf een server op te starten. De computer ondersteunt de personal
computer-functies die voor PXE noodzakelijk zijn. Met de juiste LAN-kaart kan uw computer bijvoorbeeld
worden gestart vanaf een PXE-server.
Opmerking: De functie Remote Initial Program Load (RIPL of RPL) kan bij uw computer niet worden
gebruikt.
Wake on LAN
Wake on LAN kan door de netwerkbeheerder worden gebruikt om uw computer op te starten vanaf een
beheersconsole.
Als Wake on LAN is ingeschakeld, kunnen tal van functies op afstand worden uitgevoerd, bijvoorbeeld
gegevensoverdracht, updates van software en flash-updates van het UEFI BIOS. Het updateproces kan na
normale werktijden en in het weekend worden uitgevoerd, zodat de gebruikers tijdens hun werkzaamheden
niet worden gestoord en het LAN-verkeer tot een minimum wordt beperkt. Dit bespaart tijd en verhoogt de
productiviteit.
Als de computer wordt opgestart met de functie Wake on LAN, wordt de opstartvolgorde Network Boot
gebruikt.
Asset ID EEPROM
De Asset ID EEPROM bevat informatie over de computerconfiguratie en de serienummers van de
belangrijkste componenten. Deze EEPROM beschikt ook over een aantal lege velden waarin u zelf informatie
over de eindgebruikers kunt opslaan.
Als u uw computer op afstand door een netwerkbeheerder wilt laten bedienen, moet u de volgende
systeembeheerkenmerken in het ThinkPad Setup-programma instellen:
• Wake on LAN
• Network Boot sequence
Opmerking: Als er een supervisorwachtwoord is ingesteld, wordt u gevraagd dit wachtwoord in te voeren
wanneer u het programma ThinkPad Setup start.
De functie Wake on LAN in- of uitschakelen
Als de functie Wake on LAN is ingeschakeld en de computer is aangesloten op het LAN, kan de
netwerkbeheerder de computer op afstand opstarten met gebruik van software voor netwerkbeheer op
afstand.
U kunt Wake on LAN als volgt in- of uitschakelen:
.
89
Hoofdstuk 6
Geavanceerde configuratie