De standaardkopieerinstellingen wijzigen
De kopieeropties, waaronder tonerdichtheid, soort origineel, kopieerformaat
en aantal kopieën, kunnen worden ingesteld op de waarden die u het meest
gebruikt. Bij het kopiëren van documenten worden deze
standaardinstellingen gebruikt, tenzij ze zijn aangepast via de daarvoor
bedoelde knoppen op het bedieningspaneel.
1. Druk op
Copy.
2. Druk op Menu tot Kopieerinstel. op de onderste regel van het display
verschijnt en druk vervolgens op OK.
3. Druk op OK als St.inst. wijz. verschijnt.
4. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste insteloptie verschijnt en druk
vervolgens op OK.
5. Druk op de pijltoetsen tot de gewenste instelling verschijnt en druk
vervolgens op OK.
6. Herhaal indien nodig de stappen 4 en 5.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
Als u tijdens het instellen van de kopieeropties op Stop/Clear drukt,
worden de gewijzigde instellingen geannuleerd en de
standaardinstellingen hersteld.
ID-kaart kopiëren
Het apparaat kan tweezijdig bedrukte originelen afdrukken op één vel papier
van het formaat A4, Letter, Legal, Folio, Oficio, Executive, B5, A5, of A6.
Bij deze kopieerfunctie wordt één zijde van het origineel op de bovenste
helft van het vel papier afgedrukt en de andere zijde op de onderste helft,
zonder dat het origineel daarbij wordt verkleind. Deze functie is met name
handig voor kleine documenten, zoals visitekaartjes.
Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar als u de originelen op de
glasplaat van de scanner plaatst. Verwijder het papier uit de ADI.
1. Druk op ID Copy.
2. Plaats het origineel met de voorzijde naar onder op de glasplaat zoals
aangegeven door de pijlen en sluit het scannerdeksel.
3. Plaats voorzijde en druk [Start] verschijnt op het display.
40_Kopiëren
4. Druk op Start.
Het apparaat begint de bedrukte zijde te scannen. Op het display wordt
Plaats achterz. en druk [Start] weegegeven.
5. Draai het origineel om en plaats het op de glasplaat van de scanner
zoals aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de
scanner.
Als u op Stop/Clear drukt of als er gedurende ongeveer
30 seconden geen knoppen worden ingedrukt, annuleert het
apparaat de kopieertaak en keert het terug naar gereedmodus.
6. Druk op Start om het kopiëren te starten.
Als het originele document groter is dan het afdrukgebied, worden
sommige gedeelten mogelijk niet afgedrukt.
Als u op Stop/Clear drukt of als er gedurende ongeveer 30 seconden
geen knoppen worden ingedrukt, annuleert het apparaat de
kopieertaak en keert het terug naar gereedmodus.
Speciale kopieerfuncties gebruiken
U kunt de volgende kopieerfuncties gebruiken:
Sorteren
U kunt het apparaat zo instellen dat de kopieën worden gesorteerd. Als u
bijvoorbeeld 2 kopieën wilt maken van een document met 3 pagina's, wordt
eerst een volledige kopie van het 3 pagina's tellende document afgedrukt
en vervolgens een tweede volledige kopie.
1. Druk op
Copy.
2. Plaats originelen met de bedrukte
zijde naar boven in de ADI of plaats
een enkel origineel met de bedrukte
zijde naar beneden op de glasplaat.
Zie pagina 31 voor meer informatie
over het plaatsen van originelen.
3. Voer het aantal kopieën in met
behulp van het numerieke toetsenblok.
4. Druk op Menu tot Kopieerinstel. op de onderste regel van het display
verschijnt en druk vervolgens op OK.
5. Druk op OK als St.inst. wijz. verschijnt.
6. Druk op de pijltoetsen tot Kopieen sort. verschijnt en druk op OK.
7. Druk op de pijltoetsen om Aan te selecteren.
8. Druk op Start om het kopiëren te starten.
Eerst wordt het eerste exemplaar volledig afgedrukt en vervolgens het
tweede.
1
1
2
2
3
3