Opmerking —
U kunt geen beeldvorming verrichten terwijl de sonde wordt opgeladen.
2. Sluit de laadkabel aan op het laadblok.
3. Sluit het USB-uiteinde van de laadkabel aan op de voedingsadapter.
4. Sluit de voedingsadapter aan op een stopcontact.
Opmerking —
Bij correcte aansluiting op het stopcontact gaat het indicatielampje op de lader
blauw branden om aan te geven dat de sonde wordt opgeladen (Tabel 4-1)
5. Plaats de sonde zodanig op het laadblok dat de sonde plat op het laadblok ligt .
Opmerking —
Het laadblok en de sonde moeten beide zo worden geplaatst dat het
Butterfly-logo zich aan de bovenkant bevindt. Het laadoppervlak van de
sonde (zie Afbeelding 3-1) moet direct boven het Butterfly-logo van het
laadblok worden geplaatst.
LET OP!
Zorg dat u de sonde zodanig op het laadblok plaatst dat hij plat op het laadblok ligt,
op een horizontale ondergrond. Hang het laadblok niet op en hang de sonde niet op
aan het laadblok.
6. Controleer of de sonde correct op het laadblok is geplaatst. Hierbij gaan de
batterij-indicatielampjes van de sonde branden en wordt het indicatielampje op de
lader blauw. Als het indicatielampje van de lader rood blijft, wijzigt u de positie van
de sonde op het laadblok totdat het indicatielampje op de lader blauw wordt en de
batterij-indicatielampjes van de sonde gaan branden.
Wanneer de batterij van de sonde wordt opgeladen, geven de batterij-indicatielampjes
de huidige batterijlading aan. Wanneer het opladen van de sonde voltooid is, gaan de
batterij-indicatielampjes van de sonde uit en geeft het indicatielampje op de lader
Volledig opgeladen weer, zoals getoond in Tabel 4-1.
Opmerking —
Het is normaal als de sonde tijdens het opladen warm aanvoelt. Als u de sonde
van het laadblok verwijdert vóór of direct na het voltooien van het opladen,
wordt aanbevolen om de sonde voor het gebruik te laten afkoelen. Omdat het
systeem een begrenzing voor de patiëntcontacttemperatuur hanteert en niet
scant op of boven de 43 °C (109 °F), verkrijgt u optimale scantijdprestaties als
u de sonde vóór het gebruik laat afkoelen.
Het systeem opzetten
Butterfly iQ™
Gebruikershandleiding
De sonde opladen
4-9