Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7 Parameterinstellingen
Parameters
Instelbereik
Min/Max
Comfort
Verwarming
Uit
Aan
7.6.4

Menu: Koelen

[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen]
  7‒16 Parameters in het menu "Koelen"
Parameters
Instelbereik
Min/Max
Start T-vertr
5 - 25°C
koelen
Max. T-vertr
5 - 25°C
koelen
Start. T-ext.
15 - 45°C
koelen
Max. koelen A-
20 - 45°C
temp
Ondergrens
5 - 25°C
aanvoertem-
peratuur
Aanvoertem-
8 - 30°C
peratuur mo-
dus koelen
Correctie
-5,0 - +5,0 K
streefwaarde
koelen
Interlink tem-
1 - 50 K
peratuurverla-
ging
Gebruiksaanwijzing
42
Beschrijving
Als de warmtepomp de warmtevraag bij zeer lage buitentemperaturen niet
kan dekken, wordt de warmte uit de boiler gehaald en voor
ruimteverwarming gebruikt als de boilertemperatuur [Temperatuur warm
water actueel] > [Aanvoertemperatuur set] is. (Zie
"4.5.4 Verwarmen" [ 4  17])
Pas bij niet gedekte warmtevraag wordt de boilertemperatuur opgevoerd.
Binnen de tijd die nodig is voor het verhogen van de temperatuur kan er
iets minder comfort optreden.
Bij betreffende buitentemperaturen wordt de boilertemperatuur altijd boven
de voor de warmwaterbehoefte ingestelde boilertemperatuur verhoogd.
Eventueel wordt het stroomverbruik van de warmtepomp hoger.
Beschrijving
Enkel wanneer parameter [Weersafhankelijk] = "Weersafhankelijk":
Instelling van de streeftemperatuur aanvoer voor het koelen bij het starten
van de koelwerking (buitentemperatuur = parameter [Start. T-ext. koelen])
Enkel wanneer parameter [Weersafhankelijk] = "Weersafhankelijk":
Instelling van de minimale streeftemperatuur aanvoer voor het koelen. Die
wordt vanaf de buitentemperatuur (parameter [Max. koelen A-temp])
constant gehouden.
Enkel wanneer parameter [Weersafhankelijk] = "Weersafhankelijk":
Instelling vanaf welke buitentemperatuur de koelwerking met de hoogste
streeftemperatuur aanvoer voor het koelen [Start T-vertr koelen] start
(instellingsvoorwaarde: modus "Koelen").
Enkel wanneer parameter [Weersafhankelijk] = "Weersafhankelijk":
Instelling bij welke buitentemperatuur de laagste streeftemperatuur
aanvoer voor het koelen [Max. T-vertr koelen] wordt ingesteld
(instelvoorwaarde: modus "Koelen").
Instelling van de absolute streeftemperatuur aanvoer voor het koelen.
Beperking werkt als vanuit andere parameterinstellingen een lagere
streeftemperatuur aanvoer voor het koelen zou worden bepaald.
Als er in het systeem optionele vorstbeveiligingskleppen zijn gemonteerd,
mag de parameter [Ondergrens aanvoertemperatuur] niet beneden de 7°C
worden ingesteld.
Enkel wanneer parameter [Weersafhankelijk] = "Aanvoertemperatuur vast":
Instelling van de streeftemperatuur aanvoer voor het koelen (vaste
waarde) bij actieve koelwerking.
Evenwijdige verschuiving van de koelkarakteristiek met de ingestelde
waarde.
Enkel wanneer parameter [Functie Interlink] = "Aan":
Streeftemperatuur aanvoer voor het koelen wordt bij een gesloten RT-
schakelcontact koelen met de ingestelde waarde gereduceerd (zie
parameter [Functie Interlink]). Verzoek bijv. door HP convector.
Fabrieks-
Stappen-
Toegang
instelling
grootte
BE HF
N
E
Fabrieks-
Stappen-
Toegang
instelling
grootte
BE HF
18°C
1°C
E
E
8°C
1°C
E
E
24°C
1°C
E
E
35°C
1°C
E
E
18°C
1°C
N
E
18°C
1°C
E
E
0,0 K
1 K
N
E
5 K
1 K
N
E
Daikin RoCon+ HP1
Regeling RoCon+ HP1
008.1447899_01 – 08/2020

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave