Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Terminaladres Selecteren; Bus-Scan Voor Terminalfunctie - Daikin EHSH04P30D3 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

  4‒6 Functionele kentekens in het RoCon-systeem
Code/functie
Code verwarmingscircuit
Unieke nummering van een
verwarmingscircuit van de
verwarmingsinstallatie in het RoCon-
systeem. Maximaal 16
verwarmingscircuits kunnen geregeld
worden.
Verwarmingsherkenning
Unieke nummering van een
warmtebron in het RoCon-systeem.
Terminal-ID
Unieke nummering van een
bedieningsgedeelte RoCon+ B1 of
EHS157034, van waar uit een
warmtebron en/of een mengermodule
in het RoCon-systeem op afstand
bediend kan worden.
Voor tot 10 bedieningselementen in het
RoCon-systeem kan de autorisatie voor
afstandsbediening gegeven worden.
Als een afstandsbediening in het
RoCon-systeem mogelijk moet zijn,
moet een bedieningsgedeelte code "0"
toegewezen krijgen.
Apparaatcode
Unieke nummering van een
warmtebron of mengermodule in het
RoCon-systeem.
Tot 16 apparaatnummers kunnen
toegewezen worden.
Deze apparaatnummers worden bij een
[Bus-scan] herkend en worden
weergegeven om een op afstand
bediend apparaat te identificeren.
4.8.1

Terminaladres selecteren

[→ Hoofdmenu → Terminal → Adres]
Instelling van de terminalcode van het bedieningsgedeelte voor de
systeemtoegang. De ingestelde waarde moet in het gehele systeem
uniek zijn. Een bevestiging van deze parameter met de draaiknop
zorgt voor een nieuwe initialisatie van de regeling.
(1)
Maximaal 8 warmtebronnen kunnen in het RoCon-systeem via de CAN-gegevensbus verbonden zijn. Verschillende met de
verwarmingsinstallatie verbonden warmtebronnen moeten als speciale toepassing worden gezien. Neem indien nodig contact op met de
servicevakman.
(2)
"Gebruiksaanwijzing Daikin RoCon HP, EHS157034, EHS157068", versie 04/2017, digitaal beschikbaar: www.daikin.eu, Zoeken naar
"EHS157034"
Daikin RoCon+ HP1
Regeling RoCon+ HP1
008.1447899_01 – 08/2020
Systeemcomponenten
Binnenunit (RoCon BM2C)
Kamerstation RoCon U1
(EHS157034)
Mengermodule RoCon M1
(EHS157068)
Binnenunit (RoCon BM2C)
(1)
Mengermodule RoCon M1
(EHS157068)
Binnenunit (RoCon BM2C)
Kamerstation RoCon U1
(EHS157034)
Binnenunit (RoCon BM2C)
Mengermodule RoCon M1
(EHS157068)
Parameters
Opmerkingen
[Directe
Fabrieksinstelling = 0
circuitconfiguratie]
Mag normaal gesproken niet worden
Zie
"7.11 Configuratie-
gewijzigd.
wizard" [ 4  48]
[Verwarmingscircuit
Fabrieksinstelling = "Uit"
toewijzing]
Aanpassing vereist als er verschillende
zie de handleiding
verwarmingscircuits in het systeem zijn en/of
(2)
RoCon U1/M1
de parameter [Master-RoCon] = "Aan"
[Verwarmingscircuit
Fabrieksinstelling = "Uit"
toewijzing]
Moet in principe op de instelling van de
zie de handleiding
adresschakelaar aangepast worden.
(2)
RoCon U1/M1
[BUS ID
Fabrieksinstelling = 0
Verwarmingstype]
Mag normaal gesproken niet worden
Zie
"7.11 Configuratie-
gewijzigd.
wizard" [ 4  48]
[Boiler Assignment]
Fabrieksinstelling = 0
zie de handleiding
Mag normaal gesproken niet worden
(2)
RoCon U1/M1
gewijzigd.
Beschrijft de warmtebron, die het toegewezen
verwarmingscircuit van warmte voorziet.
[Terminal adres]
Fabrieksinstelling = "Uit"
Zie "7.9 Terminal" [ 4  47]
Waarde zou op "0" ingesteld moeten worden,
als ten minste 1 mengermodule in het RoCon-
systeem aangesloten is en de mengercircuit
vanuit de warmtebron moet kunnen worden
bediend.
[Terminal adres]
Fabrieksinstelling = "Uit"
Zie "7.9 Terminal" [ 4  47]
Waarde moet op een in het RoCon-systeem
eenduidige numerieke waarde ingesteld
worden, als er met het kamerstation
systeemcomponenten met een geldige
apparaatcode op afstand bediend moeten
kunnen worden.
[BUS ID
Identiek aan codering warmtegenerator.
Verwarmingstype]
Waarde mag niet gelijk zijn aan de code van
Zie
"7.11 Configuratie-
het verwarmingscircuit van een mengermodule
wizard" [ 4  48]
in het RoCon-systeem.
[Verwarmingscircuit
Identiek aan code verwarmingscircuit.
toewijzing]
Waarde mag niet gelijk zijn aan de code van
Zie
het verwarmingscircuit van een warmtebron in
"9 Mengermodule" [ 4  50]
het RoCon-systeem.
Waarde moet gelijk zijn aan de instelling van
de adresschakelaar.
Alle instellingen behalve "Uit" geven de gebruiker van het
bedieningsgedeelte de autorisatie om de terminalfunctie te activeren
en daarmee alle RoCon-systeemcomponenten met een geldige
apparaatcode te bedienen.
4.8.2

Bus-scan voor terminalfunctie

[→ Hoofdmenu → Terminal → Bus-scan]
Na de activering van "Bus-scan" wordt in het menu [→ Hoofdmenu
→  Terminal] een lijst van de herkende apparaten (met toegewezen
terminaladres)
voor
selectie
4 Functie
(1)
(1)
(1)
weergegeven.
Na
selectie
Gebruiksaanwijzing
en
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave