Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Functie
Verwarmingscurve
INFORMATIE: beveiliging tegen oververhitting en
vocht
Bij storingen zou vanwege te sterke verwarming het
vloerverwarmingssysteem, de estrik of de opbouw van de
vloer beschadigd kunnen raken.
▪ Voor aanvang van de eerste inbedrijfstelling de
maximumtemperatuur-begrenzing
RoCon+  HP1 (parameter [Max. aanvoertemperatuur])
voor het begin van de estrikdroging op de maximaal
toelaatbare installatietemperatuur instellen.
▪ Schakelaar voor oververhittingsbeveiliging (van klant)
zo op de stekkeraansluiting J8 "EXT" voor externe
modusomschakeling aansluiten dat de binnenunit naar
de modus "Stand-by" of "Zomer" wordt geschakeld. Bij
parameter [Kamerthermostaat] = "Ja" of parameter
[Functie Interlink] = "Aan" moet de schakelaar voor
oververhittingsbeveiliging zo worden aangesloten dat
het schakelcontact van de kamerthermostaat wordt
onderbroken.
▪ Als de vloerverwarming ook voor de kamerkoeling
wordt gebruikt, gelden de aanwijzingen voor de
aansluiting in het punt hiervoor ook voor de aansluiting
van een vochtbeveiligingsschakelaar in het gebouw.
Met de verwarmingscurve wordt de aanvoertemperatuur afhankelijk
van de betreffende buitentemperatuur op de hoedanigheid van het
gebouw aangepast (weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling
[ 4   16]).
zie
"4.5  Configuratie" 
verwarmingscurve beschrijft in het algemeen de verhouding van
wijziging
van
aanvoertemperatuur
buitentemperatuur.
De verwarmingscurve geldt binnen de grenzen voor maximum en
minimum temperatuur die voor het betreffende verwarmingscircuit
zijn ingesteld. Tussen de gemeten kamertemperatuur in het
verblijfsgebied
en
de
gewenste
afwijkingen optreden, die door inbouw van een kamerthermostaat of
een kamerstation RoCon  U1 (EHS157034) kunnen worden
geminimaliseerd.
De regeling is af fabriek zo ingesteld dat de verwarmingscurve
zich tijdens de werking niet vanzelf aanpast.
De automatische aanpassing van de verwarmingscurve kan
worden geactiveerd (parameter [Aanpassing verwarmingscurve]),
als de buitentemperatuursensor en het kamerstation (RoCon U1
(EHS157034)) zijn aangesloten (zie "4.5 Configuratie" [ 4  16]).
Startvoorwaarden voor de automatische aanpassing van de
verwarmingscurve:
▪ Buitentemperatuur < 8°C
▪ Modus is "Automatisch 1" of "Automatisch 2"
▪ Duur van de verlagingsfase ten minste 6 h
Als er geen automatische aanpassing van de verwarmingscurve
is geactiveerd, kan de verwarmingscurve met de hand door
verstellen van de parameter [Verwarmingscurve] worden ingesteld.
Gebruiksaanwijzing
18
in
de
regeling
De
de
steilheid
van
de
tot
wijziging
van
de
kamertemperatuur
kunnen
INFORMATIE:
Verwarmingscurve
aanpassen
Voer de correcties van de ingestelde waarden pas na 1-2
dagen en enkel met kleine stappen uit.
▪ Externe warmtebronnen deactiveren (bijv. houtkachels,
directe zoninstraling, open ramen).
▪ Aanwezige
verwarmingsthermostaten
stelaandrijvingen geheel openen.
▪ Modus "Verwarmen" activeren. Aanknopingspunten
voor de instelling zijn:
Radiatoren: 1,4 tot 1,6.
Vloerverwarming: 0,5 tot 0,9.
  4‒2 Verwarmingscurven
T
Buitentemperatuur
A
T
Streefwaarde kamertemperatuur
R
T
Aanvoertemperatuur
V
Comfort Verwarming
Als de warmtepomp bij zeer lage buitentemperaturen niet aan de
warmtevraag kan voldoen, wordt warmte uit de boiler gehaald en
voor ruimteverwarming gebruikt. In zeldzame gevallen (in systemen
met hoge noodzakelijke aanvoertemperaturen en lage noodzakelijke
warmwatertemperaturen) kan de vereiste aanvoertemperatuur hoger
zijn dan de ingestelde boilertemperatuur. Om voor deze systemen
korte comfortverliezen bij de verwarmingsfunctie te vermijden kan de
parameter [Comfort Verwarming] op "Aan" worden gezet. Bij
betreffende buitentemperaturen wordt de boilertemperatuur boven
de voor de warmwaterbehoefte ingestelde boilertemperatuur
verhoogd.
INFORMATIE
Als [Comfort Verwarming] op "Aan" wordt gezet, wordt
eventueel het stroomverbruik van de warmtepomp hoger.
De standaardinstelling is [Comfort Verwarming] op "Uit"
gezet.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden voor deze
functie staat in "7.6 Configuratie" [ 4  39].
4.5.5

Koelen

[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen]
In dit menu worden instellingen voor de koelfunctie uitgevoerd.
met
de
hand
of
Daikin RoCon+ HP1
Regeling RoCon+ HP1
008.1447899_01 – 08/2020

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave