Inhoudsopgave
Advertenties
7 Parameterinstellingen
Parameters
Instelbereik
Min/Max
Verwarmings-
Vloerverwar-
systeem (*)
ming
Convector
Radiator
Pomp dT
3 – 10
verwarmen (*)
Pomp dT
3 – 10
koelen (*)
Glycol (*)
Geen glycol
toegevoegd
Glycol
toegevoegd
HP vermo-
20 – 50 A
gensbeperking
Pompen grens
0
1 – 4
5 – 8
7.5.3
Menu: Externe warmtebron
[→ Hoofdmenu → Instellingen → Ext. bron]
7‒10 Parameters in het menu "Externe warmtebron"
Parameters
Instelbereik
Min/Max
Config.
externe
warmtebron
Geen externe
warmtebron
Back-
upverwarming
BUH
WW +
verwarmingsond
ersteuning
Twee externe
warmtebronnen
Externe
1 – 40 kW
prestaties WW
Externe
1 – 40 kW
prestaties
niveau 1 (*)
Gebruiksaanwijzing
34
Beschrijving
type warmtewisselaar in het verwarmingssysteem
Als "Radiator" wordt geselecteerd en er hoge aanvoertemperaturen
gewenst zijn, kan het doelmatig zijn om de parameter [Max.
aanvoertemperatuur] naar 65°C te verhogen ([→ Hoofdmenu
→ Configuratie → Verwarmen]).
Noodzakelijk temperatuurverschil tussen retour- en aanvoertemperatuur.
Indien een minimaal temperatuurverschil voor een goede werking van de
verwarmingsverdeelsystemen in de verwarmingsmodus noodzakelijk is.
Noodzakelijk temperatuurverschil tussen retour- en aanvoertemperatuur.
Indien een minimaal temperatuurverschil voor een goede werking van de
verwarmingsverdeelsystemen in de koelmodus noodzakelijk is.
Enkel voor binnenunits ETS...
Er wordt aanbevolen om glycol aan het watercircuit toe te voegen om voor
vorstbeveiliging bij stroomuitval te zorgen. Als er glycol aan het systeem is
toegevoegd, moet de instelling van de regeling RoCon+ HP1
dienovereenkomstig worden aangepast.
Enkel voor binnenunits ETS...
De continue vermogensbeperking is handig om voor maximale
stroomopname van het systeem te zorgen. In sommige landen beperkt de
wetgeving het maximale stroomverbruik voor ruimteverwarming en
warmwaterbereiding.
De parameter legt het maximum pomptoerental vast. Onder normale
omstandigheden mag de standaardinstelling NIET gewijzigd worden. De
beperking van het pomptoerental wordt overgeslagen als het debiet tot het
minimum is gedaald. Het waterdebiet dat ontstaat bij een beperkt
pomptoerental kan worden afgeleid uit de pompkarakteristiek (zie de
installatiehandleiding voor de binnenunit).
Geen beperking
Beperking van het pomptoerental onafhankelijk van de bedrijfsstatus. Met
deze instelling kan het verwarmingscomfort niet gegarandeerd worden. Het
maximale pomptoerental is als volgt afhankelijk van de instelling: 1: 90%,
2: 75%, 3: 65%, 4: 55%
Beperking van het pomptoerental als er geen sprake is van een
verwarmings- of koelverzoek. Het maximale pomptoerental is als volgt
afhankelijk van de instelling: 5: 90%, 6: 75%, 7: 65%, 8: 55%
Beschrijving
Instelling of er een aanvullende externe warmtebron voor
warmwaterbereiding (WW) en/of verwarmingsondersteuning (VWO)
warmtebronnen" [ 4 14]).
aanwezig is (zie
"4.4.3 Externe
Warmtepomp is de enige warmtebron
Optionele verwarmingsstaaf (3N~) in boiler gemonteerd
Een alternatieve warmtebron (bijv. back-upverwarming 1N~) zorgt voor
warmwaterbereiding en de verwarmingsondersteuning
Twee externe warmtebronnen: alternatieve warmtebron 1 (bijv. back-
upverwarming 1N~) zorgt voor warmwaterbereiding en alternatieve
warmtebron 2 zorgt voor de verwarmingsondersteuning
Warmteprestatie van de elektrische extra verwarming voor
warmwaterbereiding
Warmteprestatie van de elektrische extra verwarming bij
verwarmingsondersteuning niveau 1
zie de gebruiksaanwijzing van de verwarmingsstaaf EKBUxx.
Fabrieks-
Stappen-
Toegang
instelling
grootte
BE HF
-
N
E
5
1
N
E
5
1
N
E
-
N
E
50 A
N
E
6
1
N
E
Fabrieks-
Stappen-
Toegang
instelling
grootte
BE HF
-
N
E
3 kW
1 kW
N
E
3 kW
1 kW
N
E
Daikin RoCon+ HP1
Regeling RoCon+ HP1
008.1447899_01 – 08/2020
Advertenties
Inhoudsopgave
