9 Draaiknop rechtsom draaien tot de Bevestigen-icon blauw
wordt.
10 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen ("OK").
Gevolg: Code wordt gecontroleerd en het instelniveau verlaten.
4.5.2
Sensoren
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Sensoren]
In
dit
menu
worden
(optionele)
geconfigureerd. Streefwaarden voor druk voor de waterzijde kunnen
worden vastgelegd.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de
parameters dit menu staat in
"7.6.1 Menu:
4.5.3
Verwarmingscircuit configuratie
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Config VK]
In dit menu wordt de basisfunctionaliteit van het verwarmingscircuit
ingesteld.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de
parameters
dit
menu
staat
verwarmingscircuit" [ 4 40].
Door het weer geregelde
aanvoertemperatuurregeling
Als de door het weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling actief
is, wordt de aanvoertemperatuur (parameter [Aanvoertemperatuur
set]) automatisch, afhankelijk van de buitentemperatuur aan de hand
van de ingestelde verwarmings-/koelcurve bepaald.
Bij aanlevering is deze functie geactiveerd. Hij kan enkel met
vakmancode gedeactiveerd (regeling vaste waarde) of weer
geactiveerd worden.
Als daarnaast het kamerstation RoCon U1 (EHS157034) op de
RoCon+ HP1 is aangesloten, worden de gewenste temperaturen
afhankelijk van het weer en de kamertemperatuur (parameter
[Ruimte-invloed]) geregeld.
Het instellen van deze functie kan enkel plaatsvinden met de
vakmancode.
Neem
hiervoor
verwarmingsvakman.
De activering of deactivering van deze functie gebeurt via de
parameter [Weersafhankelijk] in het menu "Configuratie".
▪ Parameter
[Weersafhankelijk]
Weersafhankelijke
aanvoertemperatuurregeling
instellingen gemaakt in het menu [Verwarmen] en [Koelen].
▪ Parameter [Weersafhankelijk] = "Aanvoertemperatuur vast":
Regeling volgens vaste streeftemperatuur
▪ Bij
verwarmingsfunctie:
verwarmen] of parameter [Aanvoertemp. modus nachtverlag.]
▪ Bij koelwerking: parameter [Aanvoertemperatuur modus koelen]
INFORMATIE
De weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling heeft
geen invloed op de streeftemperatuur aanvoer bij verzoek
van het warmwatercircuit.
Met aangesloten mengermodule
De instelling van de verwarmings-/koelcurve en de activering van de
weersafhankelijk geregelde aanvoertemperatuurregeling voor het
toegewezen
verwarmingscircuit
beschreven.
Daikin RoCon+ HP1
Regeling RoCon+ HP1
008.1447899_01 – 08/2020
sensoren
geactiveerd
Sensoren" [ 4 39].
in
"7.6.2 Menu:
Configuratie
contact
op
met
=
"Weersafhankelijk":
volgens
parameter
[Aanvoertemp.
modus
gebeuren
net
als
hiervoor
Het is mogelijk om het toegewezen verwarmingscircuit te gebruiken
als
▪ Mengeruitbreiding
De mengermodule ontvangt de buitentemperatuur van de op de
binnenunit aangesloten buitentemperatuursensor via de CAN-bus.
of als
▪ Mengeruitbreiding met zoneregeling
Op de mengermodule moet een aparte buitentemperatuursensor
en
worden aangesloten. Het toegewezen verwarmingscircuit wordt
aan de hand van de voor deze zone van belang zijnde
buitentemperatuur geregeld.
Met geactiveerde terminalfunctie kan de mengermodule via het
bedieningsgedeelte RoCon+ B1 van de binnenunit worden bediend
en kunnen de instellingen voor het toegewezen verwarmingscircuit
worden aangepast.
In combinatie met het kamerstation RoCon U1 (EHS157034) kan de
mengermodule het toegewezen verwarmingscircuit ook volledig
zelfstandig en onafhankelijk van de warmtebron regelen.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in "7.6 Configuratie" [ 4 39].
Vorstbeveiligingsfunctie
Bij
een
buitentemperatuur
[Vorstbeschermingstemperatuur]
verwarmingscirculatiepomp ingeschakeld om het bevriezen van de
verwarmingsinstallatie te voorkomen.
Bovendien worden ook de aanvoer-, boiler- en aangesloten
kamertemperatuursensoren voortdurend bewaakt. Als aan één van
deze sensoren de gemeten temperatuur onder de 7°C (bij
kamertemperatuur
onder
vorstbeveiligingsfunctie eveneens geactiveerd.
Als de temperatuur verwarming aanvoer onder 7°C zakt, verwarmt
de warmtepomp totdat de temperatuur verwarming aanvoer ten
minste 12°C heeft bereikt.
De functie wordt beëindigd als de buitentemperatuur boven de
ingestelde parameterwaarde [Vorstbeschermingstemperatuur] + 1 K
stijgt
en
er
ook
de
activeringsvoorwaarde.
INFORMATIE
De
werking
energiebedrijf voor een beperkte periode volledig worden
uitgeschakeld
de
geactiveerd zijn:
Parameter [HT/NT functie] = "Alles uitschakelen" of
Parameter [Smart Grid] = "Aan"
Deze situaties kunnen worden herkend wanneer in het
menu [→ Hoofdmenu → Info → Overzicht] in het
bedrijfsgegevensveld "Ext" de waarde "Hoog tarief" of
"SG1" wordt weergegeven.
4.5.4
Verwarmen
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Verwarmen]
In dit menu worden de verwarmingstijden en de streeftemperaturen
voor de aanvoer voor de verwarmingsfunctie geconfigureerd.
4 Functie
beneden
de
parameterwaarde
wordt
de
geïntegreerde
de
5°C)
daalt,
geen
sprake
is
van
een
van
de
warmtepomp
kan
als
de
volgende
laagtarieffuncties
Gebruiksaanwijzing
wordt
de
andere
door
het
17