Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

INFORMATIE: Condensatiegevaar
Bij storingen of bij een verkeerde instelling van de
parameters zou vanwege condensatie de vloerverwarming,
de estrik of de opbouw van de vloer beschadigd kunnen
raken.
▪ Voor de eerste inbedrijfstelling en de activering van de
koelwerking moet de minimumtemperatuur-begrenzing
in de regeling RoCon+  HP1 (parameter [Ondergrens
aanvoertemperatuur]) op de minimaal toegestane
installatietemperatuur ingesteld worden.
Ter beveiliging tegen vochtschade door afkoeling kan op de
stekkeraansluiting J8 "EXT" (zie
vochtbeveiligingsschakelaar worden aangesloten.
Voorwaarden voor de koelwerking:
▪ Buitentemperatuur > instelwaarde van de streeftemperatuur
kamer
▪ Buitentemperatuur > instelwaarde van de parameter [Start. T-
ext. koelen]
▪ Modus "Koelen" geactiveerd.
▪ via menu "Modus" of
▪ met
de
kamerthermostaatfunctie
gesloten)
▪ Geen
warmtevraag
in
verwarmingsinstallatie actief
INFORMATIE
Als de gemiddelde buitentemperatuur onder 4°C zakt
wanneer de modus "Koelen" actief is, schakelt de modus
automatisch over naar "Verwarmen".
Een opnieuw uitgevoerde automatische omschakeling van
de modus naar "Koelen" gebeurt enkel:
▪ als een kamerthermostaat op stekkeraansluiting J16
(koelen) aangesloten is en
▪ het schakelcontact van de kamerthermostaat gesloten
is en
▪ de gemiddelde buitentemperatuur weer boven 10°C
stijgt.
Koelcurve
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen → Koelcurve]
De koelcurve bepaalt de streeftemperatuur aanvoer bij koelwerking
afhankelijk
van
de
buitentemperatuur.
aanvoertemperatuurregeling
[ 4   17]). Hogere buitentemperaturen veroorzaken een
configuratie" 
lagere streeftemperatuur aanvoer en andersom. De koelcurve kan
via vier parameters worden aangepast aan de karakteristieken van
het
gebouw
(zie
"  
koelcurve" [ 4  19]).
1
[Start. T-ext. koelen]
2
[Max. koelen A-temp]
3
[Start T-vertr koelen]
4
[Max. T-vertr koelen]
Koelparameters
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen→ Parameters]
Dit menu bevat verdere parameters voor de aanpassing van de
streeftemperatuur aanvoer voor koelfunctie.
Tijdens de weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling kan de
gebruiker de streeftemperatuur aanvoer door parameter [Correctie
streefwaarde koelen] maximaal 5  K omhoog of omlaag verstellen.
Omlaag
is
de
temperatuur
aanvoertemperatuur] beperkt.
Daikin RoCon+ HP1
Regeling RoCon+ HP1
008.1447899_01 – 08/2020
[ 4   17]) een
"4.5.4  Verwarmen" 
(schakelcontact
koelen
het
RoCon-systeem
van
(weersafhankelijke
zie
"4.5.3 
Verwarmingscircuit
4‒3 Parameterafhankelijkheid
door
parameter
[Ondergrens
  4‒3 Parameterafhankelijkheid koelcurve
1
Parameter [Start. T-ext. koelen]
2
Parameter [Max. koelen A-temp]
3
Parameter [Start T-vertr koelen]
4
Parameter [Max. T-vertr koelen]
5
Parameter [Ondergrens aanvoertemperatuur]
6
Streeftemperatuur kamer
7
Koelwerking mogelijk
T
Buitentemperatuur
A
T
Aanvoertemperatuur
V
-------
Koelcurve
- - - -
mogelijke parallelle verschuiving van de koelcurve
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de
parameters dit menu staat in
de
4.5.6

Warm water

[→ Hoofdmenu → Configuratie → WW]
In dit menu kan de warmwaterbereiding individueel op gedrag en
behoefte van de gebruikers worden aangepast. Daarmee kan het
energieverbruik geminimaliseerd en het comfort verhoogd worden.
Zonnefunctie
De parameter [Zonnefunctie] dient voor het verlagen van de
streeftemperatuur van de boiler om de opbrengst van een
aangesloten zonnesysteem te verhogen. De streefwaarde van de
warmwatertemperatuur
buitentemperatuur
en
veiligheidsfuncties. Daarnaast worden de volgende parameters
vastgelegd: [Warm water hysteresis] = 5 K; [Gebouwisolatienorm] =
"Normaal"
Om de zonnefunctie te activeren, moet deze in het menu
[→  Hoofdmenu →  Configuratie →  WW →  Zonnefunctie] op "Aan"
worden
gezet
en
stekkeraansluiting J8 (EXT) is aangesloten, worden gesloten.
Instellingen voor optionele circulatiepomp
Afhankelijk van de parameter [Circulatiepomp aansturing] kan een
optionele
circulatiepomp
tijdprogramma voor warmwaterbereiding of met het tijdprogramma
voor
de
circulatiepomp
"4.3  Tijdprogramma" 
geselecteerde tijdprogramma kan de circulatiepomp ofwel continu of
in takten worden gebruikt. Dat wordt met parameter [Circulatiepomp
intervalsturing] vastgelegd.
Legionellabeveiliging
Deze functie dient ter voorkoming van een bacteriële contaminatie in
de boiler door thermische ontsmetting. Hiervoor wordt de boiler
afhankelijk van parameter [Thermische desinfectie dag] 1× per dag
of 1× per week tot ontsmettingstemperatuur [Thermische desinfectie
temp.] verwarmd. De ontsmetting begint op de vastgelegde starttijd
[Thermische desinfectie tijd] en is gedurende een uur actief. Een
optioneel aangesloten circulatiepomp wordt gedurende deze tijd
automatisch mee ingeschakeld.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden voor deze
functie staat in
"7.6.5 Menu: Warm
4 Functie
Koelen" [ 4  42].
"7.6.4 Menu:
wordt
ingesteld
in
functie
in
overeenstemming
moet
het
schakelcontact
synchroon
met
het
geselecteerde
worden
aangestuurd
[ 4   13]). Tijdens de vrijgavetijden van het
water" [ 4  43].
Gebruiksaanwijzing
van
de
met
de
dat
op
de
(zie
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave