Bedieningen met het USB-geheugen
De USB kan ALLEEN worden gebruikt als de communicator is ingesteld op USB-hostmodus (zie "Beschrijving van de jumpers"
op pagina 8) met de optie EN50136 uitgeschakeld (zie "Options" op pagina 41).
U kunt de volgende acties uitvoeren met het USB-geheugen:
de firmware van de communicator bijwerken;
de instellingen van de communicator exporteren/importeren;
de gesproken berichten van de communicator exporteren/importeren;
de gebeurtenisbuffer van de communicator exporteren.
Wanneer er een USB-geheugen in de USB-poort van de communicator wordt gestoken, worden de volgende folders gecreëerd
(gemarkeerd met het symbooltje ).
Figuur 8 – Bestandstructuur van een USB-geheugen gebruikt met de communicator.
220 Serie
57