Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Central Station Calls - Bentel Security 220 Series Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

 Telephone Numbers: selecteer de nummers waar de gebeurtenis een gesproken bericht naar moet sturen.
De telefoonnummers zijn de nummers geselecteerd in de regel Voice Dialer Phone Numbers.
 Voice Messages: selecteer de gesproken berichten die moeten worden gestuurd als een reactie op de gebeurtenis: u kunt
per gebeurtenis tot op drie gesproken berichten selecteren (First Message, Second Message en Third Message); klik
op [...] om de lijst met berichten te doorlopen; u kunt een al opgenomen bericht selecteren (zie Voice Messages), een
nieuw bericht opnemen of een .wav bestand op de PC openen.
 SMS Tel. Numbers: selecteer de nummers waar een SMS naar moet worden gestuurd.
De telefoonnummers zijn de nummers geselecteerd in de regel SMS Phone Numbers.
 SMS Text: voer de tekst in die moet worden verzonden wanneer de gebeurtenis optreedt (tot op 70 karakters).

Central Station Calls

De volgende opties hebben betrekking op digitale gebeurtenisrapportage aan het centrale station.
Periodic Call
 Periodic Test Transmission Interval: stel het interval in (Days en Hours) tussen twee Periodic Test
Transmissions gebeurtenissen. Bereik: 0 tot 365 dagen en 0 tot 23 uur.
 Periodic Test Transmission First Send: stel de datum en tijd in van de eerste Periodic Test Transmission
gebeurtenis.
U kunt de toets 24hr/12hr gebruiken om het tijdformaat te selecteren: 12 uur of 24 uur.
De toets Now stelt de huidige PC-tijd in.
SIA
 Date/Time on SIA packet: wanneer ingeschakeld, zal het SIA-pakket de datum en tijd bevatten.
Phone Number Use
Deze tabel specificeert welke nummers in het Phonebook moeten worden gebruikt voor het sturen van digitale berichten,
wanneer Channel Type is ingesteld op CID: Over GSM: tot op 8 nummers kunnen worden ingesteld.
Wanneer u Channel Type, CID/SIA: over Data Network selecteert, worden de gebeurtenissen verzonden naar de IP-
ontvangers gespecificeerd op pagina IP Receivers.
Gebeurtenissen—Acties
Deze tabel specificeert, voor elke gebeurtenis beheerd door de communicator, de digitale berichten die moeten worden gestuurd
naar de nummers gespecificeerd in de tabel Phone Number Use.
 Label: deze kolom toont een lijst met gebeurtenissen waarvoor een digitaal bericht moet worden verzonden.
 Customer code: voer de gebruikerscode in (4 hex karakters).
U kunt een verschillende Customer code instellen voor elke Input Event, of een enkele Customer code voor alle andere
gebeurtenissen.
Gebruik NIET het karakter "A" voor contact-ID.
 Contact ID Identifier: voer de contact-ID in die de communicator moet sturen voor de gebeurtenis.
De communicator stuurt ook de kwalificatie 1 wanneer de gebeurtenis optreedt en kwalificatie 3 wanneer deze stopt, zoals
vereist door het contact-ID protocol.
 Event SIA Identifier: voer de SIA-code in die de communicator moet sturen wanneer de gebeurtenis OPTREEDT.
 Restore SIA Identifier: voer de SIA-code in die de communicator moet sturen wanneer de gebeurtenis AFBREEKT.
220 Serie
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave