32
www.electrolux.com
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als...
Probleem
U kunt de oven niet in‐
schakelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Op het display verschijnt
"C3".
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
4. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangeslo‐
ten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstan‐
den zijn niet ingesteld.
De automatische uitscha‐
keling is actief.
Het kinderslot is geacti‐
veerd.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Het lampje is stuk.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volle‐
dig gesloten of het deurslot
is defect.
300°C hittebestendige lamp.
Oplossing
Controleer of de oven
goed is aangesloten op het
stopcontact (zie het aan‐
sluitdiagram indien be‐
schikbaar).
Schakel de oven in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instel‐
lingen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch
uitschakelen'.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
Sluit de deur volledig.
Ga na of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erken‐
de installateur.
Vervang het lampje.
Laat gerechten na het be‐
reiden niet langer dan 15 -
20 minuten in de oven
staan.
Sluit de deur volledig.