Inhoudsopgave
Advertenties
Doseereenheid vullen
Bij een doseereenheid zonder ontluchting:
1.
De zuigleiding op de doseereenheid
aansluiten, maar de persleiding nog
niet.
2.
Indien van aanwezig: Afsluitventiel aan
de perszijde sluiten.
3.
Een kort en doorzichtig stuk slang aan‐
sluiten op het persventiel.
4.
De afdekkap (1) verwijderen en contro‐
leren of de slaglengte is ingesteld op
100%.
5.
Is dit niet het geval, de slaglengte
instellen op 100% - zie bij "Slaglengte
instellen".
6.
De doseerpomp inschakelen en deze
met maximale slaglengte en slagfre‐
quentie laten werken, tot een beetje
doseermedium zichtbaar wordt in het
korte stuk slang.
De doseereenheid is volledig en
ð
zonder luchtbellen gevuld.
7.
De doseerpomp uitschakelen.
8.
De persleiding op de doseereenheid
aansluiten.
Verder gaan bij "Inbedrijfname afsluiten".
Bij een doseereenheid met ontluchting:
1.
De zuigleiding en de persleiding op de
doseereenheid aansluiten.
2.
De retourleiding aansluiten.
3.
Open het ontluchtingsventiel door de
stergreep één omwenteling linksom te
draaien.
De weg voor ontluchting via de
ð
retourleiding is vrij.
4.
De afdekkap (1) verwijderen en contro‐
leren of de slaglengte is ingesteld op
100%.
5.
Is dit niet het geval, de slaglengte
instellen op 100% - zie bij "Slaglengte
instellen".
6.
De doseerpomp inschakelen en deze
met maximale slaglengte en slagfre‐
quentie laten werken, tot een beetje
doseermedium zichtbaar wordt in de
retourleiding, resp. persleiding.
De doseereenheid is volledig en
ð
zonder luchtbellen gevuld.
7.
De doseerpomp uitschakelen.
8.
Het ontluchtingsventiel sluiten.
Verder gaan bij "Inbedrijfname afsluiten".
De inbedrijfname afsluiten
1.
Het overstortventiel in de installatie in
bedrijf nemen volgens de betreffende
gebruikershandleiding.
2.
De installatie in bedrijf nemen.
3.
Na 24 bedrijfsuren: De schroeven op de
doseerkop natrekken - zie hieronder
voor aanhaalmomenten.
Inbedrijfname
27
Advertenties
Inhoudsopgave
