Installeren, hydraulisch
Slangen installeren
1.
De slanguiteinden haaks afkorten.
2.
De wartelmoer (20) en de klemring (21)
over de slang (24) trekken - zie
Ä „Slangen installeren" op pagina 19 .
3.
Het slanguiteinde (24) tot de aanslag
over de slangpilaar (4) schuiven, indien
nodig het slanguiteinde wijder maken.
Zorg dat de O-ring resp. pakking
(23) goed in het ventiel zit.
Gebruikte PTFE-afdichtingen
mogen nooit worden herge‐
bruikt. Een installatie die zo is
afgedicht, is niet lekdicht.
Door het samenpersen worden
deze afdichtingen permanent
vervormd.
4.
Plaats de slang (24) met de slangpilaar
(22) op het ventiel.
5.
De slangaansluiting klemmen: De war‐
telmoer (20) vastdraaien en tegelijk de
slang (24) aandrukken.
6.
De slangaansluiting natrekken: Kort aan
de slang (24) trekken die aan de
doseerkop is bevestigd, daarna de war‐
telmoer (20) nog een keer vastdraaien.
20
20
A
21
22
23
P_ALP_0009_SW
Afb. 4
A
Persaansluiting
20 Wartelmoer
21 Klemring
22 Slangpilaar
23 O-ring resp. pakking
24 Slang
24