MODELLEN MET HANDMATIGE TILT
BELANGRIJK:
Gebruik de tiltgreep om uw bui-
tenboordmotor te tilten. Gebruik de stuurarm niet
als hendel.
OMHOOG tilten
Zet de tilt/vaarhendel in de TILT-stand.
1. TILT-stand
Grijp de tiltgreep op de motorkap en tilt de buiten-
boordmotor in de uiterste tiltstand.
1
1. Tiltgreep
De tiltsteunbeugel wordt automatisch geactiveerd.
TILTEN EN TRIM
1
DR3774
002035
A WAARSCHUWING
Zet de tilt/vaarhendel in de TILT-stand bij het
tilten van de buitenboordmotor. Als de tilt/
vaarhendel in de VAAR-stand wordt geplaatst,
kan de tiltsteunbeugel onverwacht loskomen
waardoor de buitenboordmotor zou kunnen
vallen.
OMLAAG tilten
Zet de tilt/vaarhendel in de VAAR-stand.
1. RUN-stand (loopstand)
Grijp de tiltgreep aan de motorkap en hef de buiten-
boordmotor een beetje omhoog. De tiltsteun wordt
automatisch gedeactiveerd. Laat de buitenboord-
motor langzaam zakken naar de normale stand
(VAREN).
Bedien de buitenboordmotor
MERK OP
in de normale vaarstand met
de tilt/vaarhendel in de VAAR-stand.
1
DR3772
37