Code
Betekenis
F.733
Verdampings Temperatuur te laag
F.734
Condensatie Temperatuur te laag
F.735
Verdampings temperatuur te hoog
F.737
Verdampings temperatuur te hoog
F.741
Afgiftesyst. inlaat Temperatuur te
laag
0020276048_03 Hydraulisch station Installatie- en onderhoudshandleiding
Oorzaak
–
Te geringe luchtvolumestroom door
de warmtewisselaar van de buiten-
unit (CV-bedrijf) veroorzaakt een te
lage energie-input in het omgevings-
circuit (CV-bedrijf) of afgiftecircuit
(koelbedrijf)
–
Koelmiddelhoeveelheid te gering
–
Temperatuur in het CV-circuit te
laag, buiten het bedrijfskenveld
–
Koudemiddelhoeveelheid te laag
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te hoog voor compressorbe-
drijf
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit te hoog, vanwege
verhoogde ventilatortoerental
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te hoog voor compressorbe-
drijf
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Koelmiddelcircuit te vol
–
Te geringe doorstroming in het afgif-
tecircuit
–
Tijdens de ontdooiing daalt de re-
tourtemperatuur onder 13 °C
Bijlage
Oplossing
–
Als thermostaatkranen in het afgifte-
circuit voorhanden zijn, op geschikt-
heid voor koelbedrijf controleren (vo-
lumestroom in koelbedrijf controle-
ren)
–
Ventilatoreenheid op vervuiling con-
troleren
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Compressorinlaatsensor controleren
–
Koudemiddelhoeveelheid controleren
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Compressorinlaatsensor controleren
–
Koudemiddelhoeveelheid controleren
(zie technische gegevens)
–
controleer, of het 4-wegventiel zich
in een tussenpositie bevindt en niet
correct omschakelt
–
Hogedruksensor controleren
–
Druksensor in CV-circuit controleren
–
Systeemtemperaturen controleren
–
Koudemiddelhoeveelheid op overvul-
ling controleren
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Sensor voor de verdampingstempe-
ratuur controleren (afhankelijk van
de stand van het 4-wegventiel)
–
Volumestroom in koelbedrijf controle-
ren
–
Luchtvolumestroom in CV-bedrijf
controleren
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
Ontdooier controleren (verwarmt
hoewel Uit in de sensor-/actortest?)
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Compressoruitlaatsensor, tempera-
tuursensor condensoruitlaat (TT135)
en hogedruksensor controleren
–
Koudemiddelhoeveelheid op overvul-
ling controleren
–
Controleer, of de afsluitkleppen aan
de buitenunit geopend zijn.
–
Luchtvolumestroom in koelbedrijf op
voldoende doorstroming controleren
–
CV-pomp controleren
–
Debiet afgiftecircuit controleren
–
Minimaal installatievolume garande-
ren, evt. met installatie van een se-
rieretourboiler
–
De foutmelding wordt weergegeven
tot de retourtemperatuur boven 20
°C stijgt.
–
Elektrische hulpverwarming in bedie-
ningsveld van het product en in de
systeemthermostaat activeren om de
retourtemperatuur te verhogen. De
compressor is tijdens de foutmelding
geblokkeerd.
57