8 Ingebruikname
en temperatuurschema "droogstoken", zonder dat een
systeemthermostaat of de buitenunit zijn aangesloten..
Als de vloerdroogfunctie geactiveerd is, dan zijn alle geko-
zen modi onderbroken. De functie regelt de aanvoertempe-
ratuur van het geregelde CV-circuit onafhankelijk van de bui-
tentemperatuur volgens een tevoren ingesteld programma.
Het display geeft de gewenste aanvoertemperatuur aan. De
lopende dag kunt u handmatig instellen.
Dagen na de start van de
functie
1
2
3
4
5
6 - 12
13
14
15
16
17 - 23
24
25
26
27
28
29
De dagwisseling is altijd om 24:00 uur, ongeacht wanneer u
de functie start.
Na net-uit/net-aan start de vloerdroogfunctie met de laatste
actieve dag.
De functie eindigt automatisch als de laatste dag van het
temperatuurprofiel afgelopen is (dag = 29) of als u de start-
dag op 0 zet (dag = 0).
8.18.1 Drogen dekvloer activeren
1.
Druk op de ontstoringstoets.
2.
Houd bij opnieuw starten van het display de
net zolang ingedrukt, tot de taalkeuze wordt geopend.
3.
Stel de gewenste taal in. (→ Pagina 36)
4.
Druk op de
-toets, om de voedingsspanning van de
hulpverwarming te selecteren.
–
230 V
5.
Druk op de
-toets, om het vermogen van de hulpver-
warming te selecteren.
6.
Druk op de
-toets, om de startdag van het drogen
van de dekvloer te selecteren.
◁
Het drogen van de dekvloer wordt gestart en het
display toont de actuele aanvoertemperatuur en de
rechter statusbalk geeft de systeemdruk aan.
▽
Tijdens het actieve programma kunnen actuele sta-
tusmeldingen van het systeem op het display wor-
den opgeroepen.
▶
Druk tegelijkertijd op de toetsen
de statusmeldingen weer te geven.
38
Gewenste aanvoertempera-
tuur voor deze dag [°C]
25
30
35
40
45
45
40
35
30
25
10 (Functie vorstbescherming,
pomp in bedrijf)
30
35
40
45
35
25
-toets
en
, om
▽
De instellingen voor de functie kunnen tijdens het
actieve programma worden veranderd.
▶
Ga in de programmastappen terug, om de instel-
lingen of de actuele dag te veranderen.
◁
Wanneer het drogen van de dekvloer tot dat 29 suc-
cesvol is verlopen, wordt in het display de melding
Drogen dekvloer beëindigd weergegeven.
▽
Wanneer in het verloop van het drogen van de dek-
vloer een fout optreedt, wordt in het display de mel-
ding Fout getoond.
▶
Kies een nieuwe startdag voor het drogen van
de dekvloer of onderbreek de procedure.
8.19
Optionele systeemthermostaat in gebruik
nemen
Volgende werkzaamheden voor de ingebruikneming van het
systeem werden uitgevoerd:
–
De montage en elektrische installatie van de systeem-
thermostaat en van de buitentemperatuurvoeler is afge-
sloten.
–
De ingebruikneming van alle systeemcomponenten (be-
halve systeemthermostaat) is afgesloten.
Volg de installatieassistent en de gebruikers- en installatie-
handleiding van de systeemthermostaat.
8.20
Weergave van de vuldruk in het
warmtepompcircuit
Het product beschikt over een druksensor in het CV-circuit
en een digitale drukindicatie.
▶
Selecteer Menu Monitoren, om de vuldruk in het warm-
tepompcircuit weer te geven.
◁
Voor een correct functioneren van het warmtepomp-
circuit moet de vuldruk tussen 1 bar en 1,5 bar liggen.
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen
uitstrekt, dan kunnen hogere waarden voor de vul-
druk vereist zijn om lucht in de CV-installatie te ver-
mijden.
8.21
Te lage waterdruk in het CV-circuit vermijden
▶
Verwijder de voormantel en lees de waterdruk op de ma-
nometer van het product af.
▶
Controleer of de druk tussen 1 bar en 1,5 bar ligt.
◁
Is de druk in het CV-circuit te laag, vul dan via de
vulvoorziening van de aansluitconsole water bij.
8.22
Functie en dichtheid controleren
Voor u het product aan de gebruiker overhandigt:
▶
Controleer de CV-installatie (warmteopwekker en instal-
latie) en de warmwaterleidingen op dichtheid.
▶
Controleer of de afvoerleidingen van de ontluchtingsaan-
sluitingen correct geïnstalleerd zijn.
Installatie- en onderhoudshandleiding Hydraulisch station 0020276048_03