5 Hydraulische installatie
4.
Bevestig de buizen met geïsoleerde wandklemmen
(koudeklemmen) op de muur.
5.3
Koudemiddelleidingen aansluiten
Gevaar!
Kans op letsel en milieuschade door lek-
kend koudemiddel!
Lekkend koudemiddel kan bij contact letsels
veroorzaken. Lekkend koudemiddel leidt tot
milieuschade als het in de atmosfeer terecht-
komt.
▶
Voer de werkzaamheden aan het koude-
middelcircuit alleen uit als u hiervoor bent
opgeleid.
1.
Verwijder de flensmoeren en de afsluitingen aan de
aansluitingen van de koudemiddelleidingen aan het
product.
◁
Een hoorbaar gesis (ontsnappende stikstof) wijst
erop dat het koudemiddelcircuit in het product dicht
is.
2.
Breng een druppel flensolie op de buitenzijden van de
buiseinden aan om het afbreken van de felsrand bij het
vastschroeven te vermijden.
3.
Sluit de heetgasleiding (2) aan. Gebruik de flensmoer
van het product.
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging van koudemid-
delleiding door te hoog aandraaimoment
26
1
2
▶
Let erop, dat de volgende draaimomenten
alleen voor flensverbindingen gelden. De
draaimomenten voor SAE-verbindingen
zijn lager.
4.
Draai de flensmoer vast.
Verwar-
Buisdiameter
mingsver-
mogen
3 tot 5 kW
1/2 "
7 tot 12 kW
5/8 "
5.
Sluit de vloeistofleiding (1) aan. Gebruik de flensmoer
van het product.
6.
Draai de flensmoer vast.
Verwar-
Buisdiameter
mingsver-
mogen
3 tot 5 kW
1/4 "
7 tot 12 kW
3/8 "
5.4
Koudemiddelleidingen op dichtheid
controleren
1.
Controleer de koudemiddelleidingen op dichtheid (zie
installatiehandleiding buitenunit).
2.
Zorg ervoor dat de isolatie van de koudemiddelleidin-
gen na de installatie nog volstaat.
5.5
CV-aanvoerleiding en CV-retourleiding van
de warmwaterboiler installeren
2
▶
Installeer de CV-aanvoerleiding (1) en de CV-aanvoerlei-
ding (2) van de warmwaterboiler volgens de normen.
Aansluitingssymbolen (→ Pagina 21)
Installatie- en onderhoudshandleiding Hydraulisch station 0020276048_03
Aanhaalmoment
50 ... 60 Nm
65 ... 75 Nm
Aanhaalmoment
15 ... 20 Nm
35 ... 45 Nm
1