Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading Uitvoeren; Circulatiepomp Aansluiten; Circulatiepomp Met Ebus-Regelaar Aansturen - Vaillant VWL 57 127/5 IS Series Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6 Elektrische installatie
6.11

Bedrading uitvoeren

Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de netaansluitklemmen L1, L2, L3 en N is
continuspanning voorhanden:
Schakel de stroomtoevoer uit.
Controleer op spanningvrijheid.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
Gevaar!
Risico op lichamelijk letsel en materiële
schade door ondeskundige installatie!
Netspanning aan verkeerde klemmen en
stekkerklemmen kan de elektronica kapot
maken.
Let op een deskundige scheiding van
netspanning en veiligheidslaagspanning.
Sluit op de klemmen BUS, S20, S21, X41
geen netspanning aan.
Sluit de netaansluitkabel uitsluitend op de
daarvoor gemarkeerde klemmen aan!
Aanwijzing
Aan de aansluitingen S20 en S21 is een veilig-
heidslaagspanning (SELV) aanwezig.
Aanwijzing
Als de functie blokkering energiebedrijf wordt ge-
bruikt, sluit dan aan de aansluiting S21 een po-
tentiaalvrij maakcontact aan met een schakelver-
mogen van 24 V/0,1 A. U moet de functie van de
aansluiting in de systeemthermostaat configu-
reren. (Bijv. als het contact wordt gesloten, dan
wordt de elektrische extra verwarming geblok-
keerd.)
1.
Leid de voeler- resp. busleidingen door de achterkant
van het product in het product (→ Pagina 28).
Aanwijzing
De kabels moeten door de desbetreffende
kabeldoorvoer passen.
2.
Leg aansluitkabels met netspanning en voeler- of bus-
leidingen vanaf een lengte van 10 m apart. Minimumaf-
stand laagspannings- en netspanningskabel bij kabel-
lengte > 10 m: 25 cm. Is dit niet mogelijk, gebruik dan
een afgeschermde kabel. Leg de afscherming eenzijdig
op de metaalplaat van de schakelkast van het product.
3.
Verkort de aansluitkabels indien nodig.
32
4.
Om kortsluitingen bij het per ongeluk loskomen van een
draad te vermijden, ontmantelt u de buitenste omhulling
van flexibele leidingen slechts maximaal 30 cm.
5.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste draden
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
6.
Isoleer de binnenste draden slechts zodanig dat goede,
stabiele verbindingen tot stand gebracht kunnen wor-
den.
7.
Om kortsluitingen door losse draden te vermijden, dient
u de geïsoleerde einden van de draden van draadeind-
hulzen te voorzien.
8.
Schroef de betreffende stekker aan de aansluitleiding.
9.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Corrigeer evt.
10. Steek de stekker in de bijbehorende stekkerplaats van
de printplaat.
11. Gebruik de snoerontlastingen (1).
6.12

Circulatiepomp aansluiten

1.
Voer de bedrading uit. (→ Pagina 32)
2.
Leid de 230V-aansluitleiding van de circulatiepomp van
rechts in de schakelkast van de thermostaatprintplaat.
3.
Verbind de 230V-aansluitleiding met de stekker van
stekkerplaats X11 op de thermostaatprintplaat en steek
deze in de steekplaats.
4.
Verbind de aansluitleiding van de externe toets met de
klemmen 1 (0) en 6 (FB) van de randstekker X41, die
bij de thermostaat geleverd is.
5.
Steek de randstekker op de steekplaats X41 van de
thermostaatprintplaat.
6.13
Circulatiepomp met eBUS-regelaar
aansturen
1.
Controleer of de circulatiepomp correct in de systeem-
regelaar ingesteld is.
2.
Kies een warmwaterprogramma (voorbereiding).
3.
Stel in de systeemregelaar een circulatieprogramma in.
De pomp loopt tijdens het in het programma vastge-
legde tijdsvenster.
Installatie- en onderhoudshandleiding Hydraulisch station 0020276048_03
30 mm
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave