9
Aanpassing aan de CV-installatie
9.1
CV-installatie configureren
De installatieassistent wordt bij het eerste inschakelen van
het product gestart. Na het beëindigen van de installatieas-
sistent kunt u in het menu Toestel configuratie o.a. de pa-
rameters van de installatieassistent verder aanpassen.
Om de door de warmtepomp gegenereerde waterdoorstro-
ming aan de betreffende installatie aan te passen, kan de
maximaal beschikbare druk van de warmtepomp in de CV-
en warmwaterfunctie worden ingesteld.
Deze beide parameters kunnen worden opgeroepen
via Menu → Installateurniveau → Toestel configuratie.
Het instelbereik ligt tussen 200 mbar en 900 mbar. De warm-
tepomp werkt optimaal, als door de instelling van de be-
schikbare druk de nominale doorstroming bereikt kan wor-
den (Delta T = 5 K).
9.2
Restopvoerhoogte van het product
De restopvoerhoogte is niet direct instelbaar. U kunt de
restopvoerhoogte van de pomp begrenzen, om deze aan het
plaatselijke drukverlies in het CV-circuit aan te passen.
De geïntegreerde pomp probeert de nominale volumestroom
te bereiken.
9.2.1
Restopvoerhoogte VWL 57/5 bij nominale
volumestroom
A
800
600
1
400
200
0
40
50
60
1
VWL 57/5 met 3,5 kW /
540 l/h
2
VWL 57/5 met 5 kW /
790 l/h
9.2.2
Restopvoerhoogte VWL 77/5 bij nominale
volumestroom
A
800
600
1
400
200
0
40
50
60
1
VWL 77/5 met 7 kW /
1020 l/h
0020276048_03 Hydraulisch station Installatie- en onderhoudshandleiding
2
100 B
70
80
90
A
Restopvoerhoogte in
hPa (mbar)
B
Pompvermogen in %
70
80
90
100 B
A
Restopvoerhoogte in
hPa (mbar)
B
Pompvermogen in %
Aanpassing aan de CV-installatie 9
9.2.3
Restopvoerhoogte VWL 127/5 bij nominale
volumestroom
A
800
600
1
400
200
0
40
50
60
1
VWL 127/5 met 10 kW /
1670 l/h
2
VWL 127/5 met 12 kW /
1850 l/h
9.3
Aanvoertemperatuur in het CV-bedrijf
instellen (zonder aangesloten thermostaat)
1.
Druk op
( ).
◁
Op het display verschijnt de aanvoertemperatuur in
het CV-bedrijf.
2.
Verander de aanvoertemperatuur in het CV-bedrijf met
of
.
–
Max. aanvoertemperatuur CV-bedrijf: 75 ℃
3.
Bevestig de wijziging met (
9.4
Gebruiker instrueren
Gevaar!
Levensgevaar door legionellabacteriën!
Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem-
peraturen onder 60 °C.
▶
Zorg ervoor dat de gebruiker alle maatre-
gelen voor de legionellabeveiliging kent
om de geldende voorschriften voor het
voorkomen van legionellabacteriën te ver-
vullen.
▶
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking van
de veiligheidsinrichtingen.
▶
Instrueer de gebruiker over de bediening van het product.
▶
Wijs vooral op de veiligheidsvoorschriften die hij in acht
moet nemen.
▶
Informeer de gebruiker erover dat het product volgens de
opgegeven intervallen dient te worden onderhouden.
▶
Leg de gebruiker uit hoe hij de waterhoeveelheid/de vul-
druk van het systeem kan controleren.
▶
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en product-
papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
2
100 B
70
80
90
A
Restopvoerhoogte in
hPa (mbar)
B
Pompvermogen in %
OK).
39