Speciale uitrusting
10
Speciale uitrusting
10.1
Grotere houtlengte (V)
Uitvoering voor boomstammen tot 130 cm lengte.
10.2
Kabellier
1
4
2
1
2
Veiligheidsopmerkingen:
De kabellier mag alleen gebruikt worden, als de machine aan de driepuntsophanging van
de trekker is gemonteerd!
De positie van de bediener moet altijd hoger zijn, dan het hout dat aangevoerd wordt!
Er mogen zich geen personen in het intrekbereik van de kabellier bevinden!
Er moet altijd vrij zicht t/m de volledig uitgetrokken kabellengte aanwezig zijn!
De intrekhoek van de kabel mag aan beide kanten van de lier niet groter dan 40° zijn!
Let erop, dat de kabel niet over scherpe randen wordt getrokken!
Hanteer de kabel tijdens het intrekken nooit met de hand!
Met behulp van de hydraulische kabellier kunnen zware stammen moeiteloos naar de
machine worden getrokken.
De kabel moet bij het in- of uittrekken altijd strak gespannen zijn, om te verhinderen dat de
kabel in de knoop raakt.
De kabellier wordt aangedreven door een hydraulische oliemotor.
De stammen worden door een grijptang of door een blokhaak opgenomen.
32
Aflegarm
Grijptang
3
3
Regelklep
4
Uitschakelklep