◼
Het IP-adres bepalen
Een IP-adres bestaat uit vier getallen die zijn gescheiden door een punt (.) (voorbeeld: 192.168.1.45). Ieder getal
moet in het bereik 0 tot 255 liggen. Over het algemeen moeten de eerste drie getallen gelijk zijn aan die voor de
router, omdat dit algemene getallen zijn die gelden voor het hele netwerk. Specificeer het laatste getal
(bijvoorbeeld 45 in 192.168.1.45) dat per apparaat verschilt.
◼
De routerinstellingen controleren
Als u een vast IP-adres wilt gebruiken, controleer dan de instellingen van de DHCP die functioneert om
automatisch een IP-adres in een netwerk toe te wijzen. Om dubbel gebruik van het IP-adres te vermijden, moet
u een IP-adres gebruiken buiten het bereik aan IP-adressen toegewezen door DHCP. Een router functioneert
vaak als een DHCP-server, controleer daarom de routerinstellingen.
●
De gebruikshandleiding van uw router vertelt u hoe u het instelscherm van de router weergeeft.
1
Geef het instelscherm van de router weer.
2
Controleer het bereik aan IP-adressen toegewezen door DHCP.
●
Het bereik aan IP-adressen toegewezen door DHCP wordt ingesteld conform uw router.
Voorbeeld DHCP-instelscherm van de router:
3
Bepaal het IP-adres van het apparaat.
●
In het voorbeeldscherm uit stap 2, wijst u een IP-adres in het bereik van 192.168.11.66 tot 192.168.11.254
aan het apparaat toe, omdat een IP-adres dat de router toewijst via DHCP in het bereik van 192.168.11.2 tot
192.168.11.65 ligt.
KOPPELINGEN
Netwerk
147